De Nord Stream 1 en 2 pijpleidingen van Rusland barstten op 26 september, waardoor gas in de Oostzee voor de kust van Denemarken en Zweden terechtkwam. Seismologen registreerden explosies in het gebied en de politie in verschillende landen is een onderzoek gestart.

Noorwegen, Europa's grootste gasleverancier en een belangrijke olie-exporteur, zette vorige week zijn marine en luchtmacht in om offshore olievelden te patrouilleren en kondigde aan dat het daarbij hulp zou krijgen van Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk.

Op verzoek van de Noorse politie begon de Noorse Home Guard, een snelle mobilisatiemacht, maandag troepen in te zetten bij fabrieken die verantwoordelijk zijn voor de verwerking en export van olie en gas.

Hoewel de Noorse regering zei dat ze niet op de hoogte was van specifieke bedreigingen voor de olie- en gasinfrastructuur, vond ze het toch verstandig om de beveiliging op te voeren en probeerde ze de bezorgdheid onder werknemers weg te nemen.

Onder de onshore faciliteiten die maandag politie en militairen bescherming kregen waren de Kollsnes en Nyhamna gasexportterminals, de Kaarstoe gas- en condensaatfabriek en de Mongstad olieraffinaderij.

Een woordvoerder van de strijdkrachten weigerde te zeggen hoeveel soldaten er werden ingezet, vanwege veiligheidsoverwegingen.