Nigeriaanse staten procederen over uit circulatie nemen oude bankbiljetten vóór verkiezingen

Zestien staten in Nigeria hebben woensdag het Hooggerechtshof gevraagd om de centrale bank te dwingen het gebruik van oude bankbiljetten met zes maanden te verlengen. Het uit circulatie nemen van deze oude bankbiljetten heeft geldtekorten veroorzaakt en heeft burgers boos gemaakt in de aanloop naar de verkiezingen in het weekend.

In een land waar de meeste mensen afhankelijk zijn van contant geld voor alles, van taxitarieven tot het kopen van voedsel op markten, heeft het tekort aan nairabiljetten burgers woedend gemaakt. Sommigen van hen hebben banken aangevallen en geldautomaten in brand gestoken.

De regering van president Muhammadu Buhari heeft het plan van de centrale bank verdedigd om oude biljetten van 1.000 ($2,17), 500 en 200 naira in te trekken om plaats te maken voor nieuwe biljetten, door te zeggen dat dit het witwassen van geld en ontvoeringen voor losgeld zou tegengaan en meer transparantie in financiële transacties zou bieden.

Maar de zet heeft voor verdeeldheid gezorgd binnen zijn regerende All Progressives Congress (APC) partij. Verschillende partijfunctionarissen zeggen dat het plan kiezers tegen de partij keert en dat de rechtszaak de door APC geleide staten tegen de federale regering opzet.

Advocaten die staten onder leiding van APC-gouverneurs vertegenwoordigen, vertelden een panel van zeven rechters tijdens een hoorzitting op woensdag dat de meeste Nigerianen op het platteland vastzaten aan oude bankbiljetten en meer tijd nodig hadden na de datum van 10 februari waarop de biljetten geen wettig betaalmiddel meer waren.

Er is een tekort aan vervangende bankbiljetten, wat chaotische taferelen bij banken heeft veroorzaakt en de frustraties van Nigerianen over de hoge inflatie en brandstoftekorten heeft vergroot.

Vorige week gaf Buhari de centrale bank de opdracht om toe te staan dat oude biljetten van 200 naira samen met de nieuwe biljetten nog 60 dagen lang in omloop mochten worden gebracht, maar dat heeft geen einde gemaakt aan de geldschaarste.

"Er heerst onrust onder de mensen in de verschillende staten vanwege de ontberingen die de mensen moeten doorstaan en de situatie zal vroeg of laat ontaarden in het afbreken van de rechtsstaat," zeiden de advocaten in een verklaring die werd ingediend bij het hoogste gerechtshof van het land.

De regering voerde aan dat de zaak ten onrechte voor het Hooggerechtshof was gebracht en eerst door een lagere rechtbank moest worden behandeld.

Het hof zal niet voor 3 maart een uitspraak doen.