De Midden-Europese verwerkende industrie bleef in juli in een diepe neergang steken met een overwegend dalende productie en orders, zo bleek dinsdag uit enquêtes. Dit wijst op een trage activiteit die zwaar zal wegen op de economische opleving van de regio dit jaar.

In Polen, de grootste economie van de regio, daalde de inkoopmanagersindex (PMI) van S&P Global van 45,1 in juni naar 43,5 in juli, waarmee hij voor de 15e maand op rij onder de grens van 50 bleef, die groei scheidt van krimp.

Ook de Tsjechische PMI van S&P Global bevond zich in juli voor de 14e maand in krimpgebied, met 41,4 in juli en een dieptepunt in drie jaar van 40,8 in juni, waarbij de nieuwe orders in het scherpste tempo van dit jaar daalden.

De Hongaarse PMI, gemeten door MLBKT (Association of Logistics, Purchasing and Inventory Management), lag voor de tweede maand op rij onder het breakeven punt, op 45,7 in juli tegenover een herziene 44,6 in juni.

De enquêtes komen op het moment dat de eerste gegevens over de economische activiteit in het tweede kwartaal bekend werden gemaakt. Het Tsjechische bureau voor de statistiek meldde maandag dat de economie in de periode april-juni met 0,1% k-o-k was gestegen, waarmee het land zich verder verwijderde van de recessie van vorig jaar, maar het gaf aan dat de groei in 2023 minimaal zou zijn.

Andere landen zullen de komende weken gegevens over het bruto binnenlands product rapporteren. De PMI's van dinsdag toonden aan dat de activiteit zwak blijft.

"Dit zijn eigenlijk (PMI) niveaus dicht bij het laatste dieptepunt van de pandemische periode," zei Piotr Poplawski, senior econoom bij ING Bank Slaski.

"Het ziet er vrij pessimistisch uit, omdat bedrijven zeer zwakke vooruitzichten zien voor het verwerven van nieuwe orders, vooral voor de export. Voor mij is dit een weerspiegeling van wat er gebeurt in de economie van de eurozone, vooral in Duitsland."

Andrew Harker, economisch directeur bij S&P Global Market Intelligence, zei dat de Poolse productie, werkgelegenheid en inkoopactiviteit allemaal zijn teruggelopen, en voegde eraan toe dat fabrikanten en leveranciers "voor een kleinere groep zaken" concurreren.

De Poolse PMI liet een aanhoudende neerwaartse druk zien op zowel de inkoopkosten als de verkoopkosten, een teken dat de inflatiedruk afneemt, wat welkom zal zijn voor de centrale banken in de regio, die volgens de markten later dit jaar hun strakke beleid zullen versoepelen.

De inflatie steeg vorig jaar in de hele regio naar meer dan 10%, maar is de afgelopen maanden afgenomen, hoewel consumenten die de prijsstijgingen als een domper op hun koopkracht zagen, voorzichtig blijven met hun aankopen.