Italië verlaagt groeivooruitzichten nu Oekraïne weegt, bevestigt tekortdoelstelling

Italië heeft woensdag zijn groeiraming voor dit jaar verlaagd omdat de oorlog in Oekraïne op de economie weegt, terwijl het een eerdere doelstelling voor het begrotingstekort van 5,6% van de nationale productie bevestigde.

In het jaarlijkse economisch en financieel document (DEF) van de Schatkist wordt voorspeld dat het bruto binnenlands product in de op twee na grootste economie van de eurozone met 3,1% zal groeien, tegen een prognose van 4,7% in september jongstleden.

Voor 2023 ziet de regering een groei van het BBP van 2,4%, een daling ten opzichte van het vorige streefcijfer van 2,8%.

"Het is duidelijk dat de oorlog tot een verzwakking van de vooruitzichten heeft geleid," zei premier Mario Draghi tegen verslaggevers nadat het kabinet de streefcijfers had goedgekeurd. "Het vertrouwen is sterk afgenomen, consumenten en bedrijven zien een minder positieve toekomst."

De economie is in het eerste kwartaal waarschijnlijk met 0,5% gekrompen, zo bleek uit het DEF. Verwacht wordt dat zij zich tussen april en juni zal herstellen, aldus het document, maar het erkende wel dat de problemen in verband met de gebeurtenissen in Oekraïne toenemen.

Een langdurige oorlog "zou sterke gevolgen hebben voor zowel de inflatie als de economische groei", voegde het eraan toe.

In een worst-case scenario dat uitgaat van een embargo op Russisch gas en olie en ernstige tekorten in de aanvoer, raamde het ministerie van Financiën de groei op slechts 0,6% in 2022 en 0,4% volgend jaar.

Verschillende onafhankelijke instanties hebben hun BBP-prognoses voor Italië reeds verlaagd tot ver beneden die van de regering. De in Milaan gevestigde denktank Ref ziet voor 2022 een groei van 2,0%, terwijl werkgeverslobby Confindustria 1,9% voorspelt.

Het hoofd van Confindustria, Carlo Bonomi, heeft gezegd dat het land al met een recessie te maken heeft, die gedefinieerd wordt als twee opeenvolgende kwartalen van dalend BBP. Draghi vertelde verslaggevers dat hij wel eens gelijk zou kunnen hebben.

"Bonomi ziet de dingen zoals ze zijn," zei hij. "Op het ogenblik heb je meer kans om gelijk te krijgen door pessimistisch te zijn dan door optimistisch te zijn."

De regering voorspelt een inflatie, gemeten aan de hand van de consumptiedeflator, van 5,8% dit jaar en 2,1% in 2023.

De overheidsschuld, die na die van Griekenland verhoudingsgewijs de hoogste van de eurozone is, zal dit jaar 147% van het BBP bedragen, tegen 149,4% eerder, en naar verwachting afnemen tot 145,2% in 2023.

Draghi bevestigt de doelstelling van 5,6% voor het tekort dit jaar en wordt daarbij geholpen door het feit dat het begrotingstekort bij ongewijzigd beleid op 5,1% ligt.

Dit laat een potentiële speelruimte van 9,5 miljard euro ($10,38 miljard) aan extra uitgaven of belastingverlagingen.

Er zal echter 4,5 miljard euro gaan naar de financiering van eerder dit jaar goedgekeurde regelingen om de energieprijzen aan banden te leggen, die slechts tijdelijk gefinancierd werden, zodat er 5 miljard euro overblijft die de regering dit jaar kan uitgeven zonder het streefcijfer van 5,6% te verhogen.

Rome is van plan deze middelen in april te gebruiken om de energieprijzen te blijven aftoppen, de financiering van bestaande garantieregelingen voor bankleningen te verlengen en Oekraïense vluchtelingen te helpen, aldus het DEF.

Het tekort zou in 2023 3,9% van het BBP bedragen, ongewijzigd ten opzichte van het vorige streefcijfer. Het zou moeten dalen tot 3,3% in 2024 en in 2025 weer onder het plafond van 3% van de Europese Unie moeten komen.

($1 = 0,9156 euro)