De BoE houdt nauwlettend toezicht op enquêtes over de inflatieverwachtingen van huishoudens, omdat zij van mening is dat deze een leidraad kunnen zijn voor toekomstige looneisen en het vermogen van bedrijven om hogere kosten door te berekenen.

Volgens Citi daalde de gemiddelde verwachting voor de inflatie over vijf tot tien jaar van 3,9% in november tot 3,6% in december. De inflatie piekte op 4,8% in augustus, voordat de regering plannen aankondigde om de energietarieven voor huishoudens tijdelijk te beperken.

Vóór de pandemie, toen de consumentenprijsinflatie in grote lijnen in overeenstemming was met de doelstelling van 2% van de BoE, lagen deze inflatieverwachtingen voor de langere termijn gemiddeld tussen 2,9% en 3,4%.

De inflatieverwachtingen voor 12 maanden daalden van 6,1% in november naar 5,7% in december, en bereikten in augustus een piek van 10,3% toen de deelnemers aan de enquête een breder scala aan mogelijke inflatieopties kregen voorgelegd dan vóór de pandemie gebruikelijk was.

"De gegevens van vandaag, met name de versoepeling van de langetermijnverwachtingen, wijzen erop dat sommige van de opwaartse risico's die de Britse inflatieverwachtingen de afgelopen maanden in de greep hielden, beginnen af te nemen", aldus Ben Nabarro, econoom bij Citi.

"Het zou voorbarig zijn om de overwinning uit te roepen. Maar deze gegevens wijzen op een afnemend risico van meer ingebedde inflatie tot 2023", voegde hij eraan toe.

De Britse consumentenprijsinflatie bereikte in oktober met 11,1% het hoogste niveau sinds 1981, alvorens in november te dalen tot 10,7%. De BoE heeft gezegd te verwachten dat de inflatie de komende maanden hoog zal blijven, maar tegen eind 2023 zal dalen tot ongeveer 5%.

De stijging van de inflatie was grotendeels het gevolg van een stijging van de aardgasprijzen nadat Rusland in februari Oekraïne was binnengevallen, maar ook knelpunten in de toeleveringsketen na de pandemie, tekorten op de arbeidsmarkt en handelswrijvingen als gevolg van Brexit hebben een rol gespeeld.