Volgens Eurostat daalden de prijzen in de 20 landen die de euro delen met 0,4% op maandbasis voor een stijging van 9,2% op jaarbasis. Het jaarcijfer komt overeen met een eerdere flash-schatting en dus met de marktverwachtingen.

De energieprijzen daalden met 6,6% maand-op-maand voor een stijging van 25,5% jaar-op-jaar, een vertraging ten opzichte van de stijging van 34,9% jaar-op-jaar de maand ervoor.

Daardoor leverde energie niet langer de grootste bijdrage aan het totale cijfer op jaarbasis, met een stijging van slechts 2,79 procentpunt, terwijl levensmiddelen 2,88 procentpunt bijdroegen. Niet-energetische industriële goederen voegden 1,70 procentpunt toe en de diensten bleven met 1,83 procentpunt stijgen.

Zonder de volatiele energie- en voedselcomponenten stegen de prijzen met 0,7% op maandbasis, voor een stijging van 6,9% op jaarbasis. Een nog engere maatstaf, die ook de prijzen van tabak en alcohol uitsluit, liet een inflatiestijging zien van 0,6% op maandbasis en een stijging van 5,2% op jaarbasis.