Indonesië, 's werelds grootste exporteur van thermische kolen, heeft op 1 januari een maandenlang verbod op de uitvoer van kolen ingesteld, nadat ambtenaren hadden gezegd dat de mijnwerkers niet hadden voldaan aan hun zogenaamde Domestic Market Obligation (DMO) om een kwart van hun produktie plaatselijk te verkopen, met een prijsplafond van 70 dollar per ton voor de stroomproducenten.

Het verbod werd ingesteld om de binnenlandse aanvoer veilig te stellen nadat het staatsenergiebedrijf een kritiek lage aanvoer van de brandstof bij de stroomproducenten had gemeld.

Volgens de door de minister van energie ondertekende verordening moeten de kolenmijnwerkers binnen 10 dagen na het einde van elke maand aan het ministerie van energie melden dat zij aan hun maandelijkse DMO-verplichting hebben voldaan. De verordening is op 19 jan. in werking getreden.

Bedrijven die niet aan hun DMO voldeden, zullen worden beboet, terwijl bedrijven die steenkool produceren met specificaties die ongeschikt zijn voor de binnenlandse behoeften, een "compensatiebetaling" moeten doen.

Mijnwerkers werden geconfronteerd met een "tijdelijke schorsing van alle produktieactiviteiten gedurende een periode van ten hoogste 60 kalenderdagen" indien zij de boetes niet binnen een maand betaalden, aldus de verordening.

Bovendien zouden bedrijven die na 60 dagen nog steeds geen boetes hebben betaald, hun mijnbouwvergunning verliezen, aldus de verordening.

Ondertussen zullen mijnbouwers niet mogen exporteren als zij hun DMO nog niet hebben voldaan. Exportschorsingen zullen ook worden opgelegd aan kolenhandelaars die contracten met binnenlandse kopers niet nakomen.

Mijnbouwondernemingen en handelaars die vóór de uitvaardiging van de nieuwe regels een uitvoerverbod voor steenkool kregen opgelegd, moeten volgens de verordening ook een boete betalen voor tekorten bij de distributie van steenkool in de periode januari-juli 2021.

Met ingang van 20 januari heeft Indonesië voor 139 ondernemingen een verbod op de uitvoer van steenkool opgeheven.