Of het nu gaat om grote of kleine farmabedrijven, biotechbedrijven of apparatuurbouwers, de aandelen in de brede gezondheidssector hadden vorig jaar te maken met veel tegenwind.

Naast de moeilijkheden die alle bedrijven hebben doorgemaakt (inflatie, economische vertraging, stijgende rente, beperkte financieringsmogelijkheden, conflicten), hebben gezondheidsgroepen (met uitzondering van Novo Nordisk en Eli Lilly natuurlijk) geleden onder het einde van het covid-tijdperk, de afbouw van voorraden door distributeurs, de zwakke prestaties van de small- en midcaps (die vooral innovatieve kleine bedrijven hebben getroffen), en een aanzienlijke vermindering van de blootstelling van beleggers aan de sector, die zich liever concentreerden op de beloften van tech en KI. Dit wordt geïllustreerd door de koersdalingen van sommige giganten zoals Pfizer (-51 %) of Moderna (-38 %) in 2023.

De pathologie lijkt behandeld. De tegenwind neemt af, biotechbedrijven hebben een hele reeks veelbelovende behandelingen in ontwikkeling en de waarderingsniveaus zijn opnieuw aantrekkelijk. Resultaat: zowel in Europa als in de Verenigde Staten klaart de lucht op boven de gezondheidssector, terwijl deze in andere domeinen grijzer wordt.

Wat betreft de indexen, profiteert de Zwitserse SMI ruimschoots van deze recente opleving. Met een overwicht aan gezondheidsaandelen (Roche, Novartis, Alcon, Lonza, Sonova) heeft de Zwitserse index sinds november 2023 een opmerkelijke comeback gemaakt.

We merken terzijde op dat de Franse CAC-index ondertussen 1,35 % verliest sinds 1 januari, en dat de Duitse DAX 0,25 % inlevert. Terwijl ik dit schrijf, stijgt de SMI met 0,85 %.