Het bruto binnenlands product in de eurozone is in het vierde kwartaal met 0,1% gegroeid, onder de verwachtingen in een peiling van Reuters voor een groei van 0,2%. Ten opzichte van een jaar eerder bedroeg de groei 1,3%, tegen de verwachting van 1,4%.

In het voorgaande kwartaal was de groei in de huidige eurozone met 20 landen nihil en in de 19 landen die op dat moment deel uitmaakten van de eurozone bedroeg de kwartaalafname 0,1%.

Van de grootste landen van het blok registreerde Duitsland geen groei na een krimp in het laatste kwartaal van 2022. De economieën van Frankrijk, Italië en Spanje groeiden wel.

De stijgende inflatie als gevolg van de hoge energiekosten na de inval van Rusland in Oekraïne en de stijgende voedselprijzen, het tanende vertrouwen en de gestegen rente hebben een tol geëist van de economie van de eenheidsmunt.

Maar de economie heeft ook enige onverwachte veerkracht getoond, zoals tijdens de COVID-19-pandemie, toen de groei de verwachtingen overtrof doordat bedrijven zich sneller aanpasten aan de gewijzigde omstandigheden dan beleidsmakers hadden voorspeld.

Maar zelfs als het blok het beter doet dan gevreesd, zal de groei in 2023 tot de zwakste ooit behoren als gevolg van een sterke daling van de reële inkomens en de stijgende rente.

De Europese Commissie voorspelt dat de eurozone dit jaar met 0,9% en volgend jaar met 1,5% zal groeien. Het EU-bestuur zei dat het blok een recessie zal vermijden, maar dat het voor uitdagingen staat - van inflatie en monetaire verkrapping tot een zwakke buitenlandse vraag en algemene onzekerheid.

Klik voor meer informatie over de gegevens van Eurostat op:

http://ec.europa.eu/eurostat/news/news-releases