Zevenendertig procent van de Europese beleggers is van plan om hun blootstelling te verminderen, vergeleken met 20% van de Noord-Amerikaanse en 5% van de Aziatisch-Pacifische beleggers, volgens een INREV-enquête onder 82 beleggers met bijna 800 miljoen euro (867,84 miljoen dollar) aan beheerd vermogen.

Aan het begin van 2022 was slechts 4% van de Europese beleggers vorig jaar van plan om te bezuinigen, zo bleek uit de enquête.

INREV is de Europese vereniging voor beleggers in niet-beursgenoteerde vastgoedvehikels.

De Europese markten zijn bijzonder hard getroffen door inflatie en een energiecrisis als gevolg van de oorlog in Oekraïne.

Stijgende rentetarieven verhogen de kosten van leverage - of lenen - om in vastgoed te investeren, terwijl andere markten zoals vastrentende waarden aantrekkelijker worden dan voorheen, zeggen specialisten uit de sector.

Europese beleggers hebben momenteel 10,8% van hun beleggingen in vastgoed, wat boven de beoogde allocatie van 10,5% ligt, zo blijkt uit het INREV-onderzoek. Een scherpe daling van de prijzen vorig jaar in andere beleggingscategorieën betekent dat vastgoed een onevenredig groot deel van de portefeuilles van beleggers uitmaakt, aldus het rapport.

De Europese niet-beursgenoteerde vastgoedsector zag de kapitaalwaarden in het derde kwartaal van 2022 met 1,6% dalen, de grootste kwartaal-op-kwartaaldaling sinds de wereldwijde financiële crisis in 2008.

De daling van de waarderingen werd aangevoerd door Groot-Brittannië, vertelde Iryna Pylypchuk, directeur onderzoek en marktinformatie bij INREV, tijdens een persbriefing.

Doordat de waarderingen in Groot-Brittannië frequenter zijn dan in Europa, "reageert Brits vastgoed heel snel op het marktsentiment", zei ze.

Britse pensioenfondsen haastten zich om vastgoed en andere activa te verkopen als gevolg van een liquiditeitscrisis eind september, wat volgens Pylypchuk waarschijnlijk heeft bijgedragen aan de waardedaling.

($1 = 0,9218 euro)