Minister van Economie Robert Habeck zei vorig jaar dat hij van plan was om vanaf 2023 zogenaamde "klimaatbeschermingscontracten" op te zetten, met 15-jarige subsidies voor energie-intensieve industrieën zoals de staal-, cement- en chemische industrie in ruil voor een vermindering van de koolstofuitstoot bij hun productie.

Volgens het programma kunnen bedrijven subsidies aanvragen via een veilingproces, waarbij zij aantonen hoeveel financiering zij nodig hebben om over te schakelen op groene productie. Bedrijven met plannen met lage kosten zouden als eerste in aanmerking komen voor de subsidies, zo blijkt uit een ontwerp van de financieringsrichtlijn van het programma.

"Om het proces te versnellen, moeten bedrijven zo mogelijk al in april worden gevraagd hun belangstelling kenbaar te maken en de eerste informatie over hun projecten te verstrekken", aldus het ontwerp van het ministerie van Economische Zaken, waaraan werd toegevoegd dat de start van de eerste biedingsronde zou afhangen van de voortgang van het plan.

Het veilingproces zou de bureaucratie verminderen en de industrie snel en efficiënt overheidssteun bieden, aldus het ontwerp, en er werd aan toegevoegd dat de contracten zouden worden geënt op hedgingcontracten om de prijsrisico's te beperken.

De hoogte van de subsidie wordt bepaald aan de hand van de extra kosten van het klimaatvriendelijke systeem dat de bedrijven willen installeren in vergelijking met conventionele productie.

Als klimaatvriendelijke productie goedkoper wordt dan conventionele productie, zullen de gesubsidieerde bedrijven de staat terugbetalen, aldus het ontwerp.

Vorige maand zeiden adviseurs van het ministerie van Economie dat de regering dit subsidieplan niet moest uitvoeren, omdat het te ingewikkeld zou zijn, de beslissingen van bedrijven zou beïnvloeden en de markt zou verstoren.