De definitieve S&P Global Purchasing Managers' Index (PMI) voor Duitsland steeg van 50,9 in februari naar 53,7 in maart, ruim boven de drempel van 50,0 die groei scheidt van krimp.

"De Duitse dienstensector kende een positief einde van het eerste kwartaal van het jaar, waarbij de opleving van de bedrijfsactiviteit vaart kreeg doordat de vraag zich bleef herstellen van de malaise van eind vorig jaar", aldus Phil Smith, directeur economie bij S&P Global.

Maar volgens hem valt nog te bezien of dit voldoende is om een tweede opeenvolgende kwartaalkrimp van het BBP te voorkomen, die zou voldoen aan de technische definitie van een recessie.

"Nu het ondernemersvertrouwen in maart stagneerde en de nieuwe orders voor de verwerkende industrie nog steeds onder druk staan, is een bescheiden economische groei waarschijnlijk het beste waarop we in het volgende kwartaal kunnen hopen", aldus Smith.

Zowel de algemene inflatie van de inputprijzen als het tempo waarin dienstverleners hun eigen prijzen verhoogden, nam af, maar bleef naar historische maatstaven hoog, zo bleek uit de enquête.

"De prijsstijgingen in de dienstensector nemen af, maar toch bleef de inflatie in maart hardnekkig hoog, wat wijst op een aanhoudend sterke kernprijsdruk en het potentieel voor nog meer renteverhogingen", aldus Smith.

De Duitse samengestelde PMI-index, die zowel de dienstensector als de verwerkende industrie omvat, steeg van 50,7 in februari naar 52,6 in maart. De opleving werd vooral gedreven door de dienstensector, hoewel er ook een bescheiden groei was in de productie van de verwerkende industrie.