De Bank van Spanje heeft dinsdag de economische groeivooruitzichten van het land voor 2024 en 2025 naar beneden bijgesteld vanwege de vertragende particuliere consumptie, ook al verwachtte de bank dat de inflatie meer zou afnemen dan eerder was voorspeld.

Dit jaar zal de groei vertraagd zijn van 5,8% in 2022 tot 2,4%, aldus de bank in haar kwartaalvooruitzichten, waarbij de groei in het vierde kwartaal 0,3% bedroeg ten opzichte van de drie voorgaande maanden.

Volgend jaar zal de economie naar verwachting met slechts 1,6% groeien, wat minder is dan de vorige prognose van de instelling van 1,8%.

In 2025 zou de economie wel aantrekken en met 1,9% groeien, maar dat was ook minder dan de eerder voorspelde 2% vanwege "minder gunstige vooruitzichten voor de toekomstige ontwikkeling van de consumptie van huishoudens", die de bank deels toeschreef aan een duurdere en moeilijkere toegang tot consumentenkrediet.

De consumptie zou op de middellange termijn nog steeds de belangrijkste drijvende kracht achter de groei blijven, voegde de bank eraan toe.

Het grootste deel van de positieve economische impact van de EU-hulpfondsen zal nu naar verwachting in 2025-2026 landen en niet in 2024 zoals eerder was voorzien.

Lagere energiekosten zouden de in de EU geharmoniseerde Spaanse consumenteninflatie dit jaar moeten doen afnemen tot 3,4%, wat minder is dan de vorige raming van 3,6%, aldus het rapport, dat ook verwacht dat de prijzen volgend jaar met 3,3% zullen stijgen, een vol procentpunt lager dan in de vorige prognose.

Ze verwacht dat de prijzen in 2025 zullen stijgen van 1,8% naar 2%, voornamelijk door het aflopen van de verlengingen van de verlaagde btw op basisvoedingsmiddelen en subsidies voor het openbaar vervoer.

De Bank van Spanje voorspelt dat de werkloosheid zal blijven dalen, zij het in een lager tempo dan in voorgaande jaren. Het zou dit jaar moeten dalen van 12,9% in 2022 tot 12,1%, en geleidelijk dalen tot 11,3% in 2026. (Verslaggeving door Jesús Aguado; aanvullende rapportage door Emma Pinedo, redactie door Andrei Khalip)