De Boeing 777 vloog in juli 2014 van Amsterdam naar Kuala Lumpur, toen het boven het door rebellen bezette oosten van Oekraïne werd geraakt door wat volgens internationale onderzoekers en aanklagers een grond-luchtraket van Russische makelij was.

Alle 298 mensen aan boord kwamen om het leven.

De Australische premier Scott Morrison zei dat het aanhangig maken van de zaak bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie van de VN een stap voorwaarts zou zijn in de strijd voor slachtoffers, een standpunt dat werd herhaald door minister van Buitenlandse Zaken Marise Payne.

''Dit is een belangrijke stap in de strijd voor waarheid, gerechtigheid en verantwoording voor alle slachtoffers van MH17, waaronder 38 die Australië hun thuis noemden. Rusland heeft tot op heden geweigerd zijn duidelijke rol in dit afschuwelijke incident te erkennen en de verantwoordelijkheid ervoor op zich te nemen."

Australië zei dat het volledige schadevergoeding van Rusland eist, en de opschorting van zijn stemrecht in de ICAO, die normen voor de burgerluchtvaart vaststelt.

De Nederlandse regering zei dat de VN-Veiligheidsraad ook op de hoogte was gebracht van de stap en haar minister van Buitenlandse Zaken zei in een verklaring:

"De dood van 298 burgers, onder wie 196 Nederlanders, kan en mag niet zonder gevolgen blijven.''

Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken gaf niet onmiddellijk commentaar.

Een vonnis in een afzonderlijk Nederlands moordproces, waarbij drie Russen en een Oekraïner betrokken zijn die nog op vrije voeten zijn, wordt later dit jaar verwacht.