Amerikaanse producent van abortuspillen en arts vechten in rechtszaak staatsbeperkingen aan

Een producent van abortuspillen en een arts hebben rechtszaken aangespannen tegen staatsbeperkingen op de medicatie, in de eerste rechtszaken van hun soort sinds het Amerikaanse Hooggerechtshof het federale grondwettelijke recht op abortus nietig verklaarde.

In een klacht ingediend bij de federale rechtbank in Huntington, West Virginia, zegt GenBioPro Inc dat de staat de goedkeuring van mifepriston door de U.S. Food and Drug Administration in 2000 niet kan opheffen door het geneesmiddel te verbieden, het eerste van een tweedrugsbehandeling voor medicamenteuze abortussen.

De arts, Amy Bryant, diende een afzonderlijke rechtszaak in bij de federale rechtbank in Durham, North Carolina, tegen door de staat opgelegde beperkingen op het verkrijgen van mifepriston, die volgens haar haar vermogen om patiënten te behandelen belemmerden.

Veel staten hebben abortussen verboden of aanzienlijk bemoeilijkt sinds het Hooggerechtshof in juni Roe v. Wade nietig verklaarde.

GenBioPro, dat een generieke versie van mifepriston verkoopt, zei dat het verbod op de pil in West Virginia, dat in september werd uitgevaardigd onder de Virginia's Unborn Child Protection Act, "in strijd is met het sterke nationale belang om toegang te garanderen tot een federaal goedgekeurd medicijn om een zwangerschap te beëindigen".

Volgens de rechtszaak is het verbod in strijd met de Supremacy Clause van de Amerikaanse grondwet, die federale wetten voorrang geeft boven conflicterende wetten van staten, en de Commerce Clause, die staten verbiedt om de handel tussen staten te belemmeren.

Bryant maakte bezwaar tegen de eis van North Carolina dat patiënten abortuspillen alleen persoonlijk mogen krijgen van artsen in speciaal gecertificeerde faciliteiten, en ten minste 72 uur voor de abortus een door de staat voorgeschreven counseling moeten ondergaan.

Volgens haar rechtszaak "belemmeren de beperkingen haar vermogen om medische zorg te verlenen aan haar patiënten volgens haar beste medische oordeel en in overeenstemming met de federale wetgeving".

De kantoren van procureur-generaal Patrick Morrisey van West Virginia en procureur-generaal Josh Stein van North Carolina reageerden niet onmiddellijk op verzoeken om commentaar. Morrisey is een Republikein en Stein is een Democraat.

De rechtszaak tegen West Virginia werd eerder gemeld door The New York Times, en die tegen North Carolina door ABC News.

De zaken zijn GenBioPro Inc tegen Sorsaia et al, U.S. District Court, Southern District of West Virginia, nr. 23-00058; en Bryant tegen Stein et al, U.S. District Court, Middle District of North Carolina, nr. 23-00077.