De Amerikaanse Equal Employment Opportunity Commission (EEOC) zei in een verklaring dat een zwarte werknemer in de chemische fabriek van Exxon in Baton Rouge, Louisiana, in januari 2020 een strop van een beul op zijn werkplek had gevonden.

De EEOC zei dat ten tijde van dit rapport Exxon al op de hoogte was van drie andere dergelijke gevallen van strops op het complex en een nabijgelegen raffinaderij, en dat een vijfde strop later in 2020 werd gemeld.

Volgens de EEOC onderzocht Exxon enkele van deze incidenten, maar niet alle, en "nam Exxon geen maatregelen die redelijkerwijs berekend waren om de intimidatie te beëindigen".

Het federale agentschap beweerde dat de acties en nalatigheden van Exxon met betrekking tot de stropincidenten "een raciaal vijandige werkomgeving creëerden".

Exxon zei dat het het niet eens was met de bevindingen en beschuldigingen van de EEOC.

"We moedigen werknemers aan om dit soort klachten te melden en we hebben het grondig onderzocht. De symbolen van haat zijn onacceptabel, beledigend en in strijd met ons bedrijfsbeleid", aldus Exxon in een verklaring.