De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is een 38 leden tellend blok dat voornamelijk rijke landen omvat, maar ook enkele opkomende economieën zoals Mexico en Estland.
Tot nu toe is er weinig bewijs dat de opkomst van AI een significante invloed heeft op banen, maar dat kan komen doordat de revolutie zich nog in een vroeg stadium bevindt, aldus de OESO.
Banen met het grootste risico om geautomatiseerd te worden maken gemiddeld 27% uit van de beroepsbevolking in OESO-landen, waarbij Oost-Europese landen het meest blootgesteld worden, aldus de in Parijs gevestigde organisatie in haar 2023 Employment Outlook.
Banen met het hoogste risico werden gedefinieerd als banen met meer dan 25 van de 100 vaardigheden en bekwaamheden die volgens AI-experts gemakkelijk geautomatiseerd kunnen worden.
Drie van de vijf werknemers vrezen ondertussen dat ze hun baan in de komende 10 jaar kunnen verliezen aan AI, zo bleek uit een enquête die de OESO vorig jaar hield. Het onderzoek had betrekking op 5.300 werknemers in 2.000 bedrijven in de productie- en financiële sector in zeven OESO-landen.
De enquête werd uitgevoerd vóór de explosieve opkomst van generatieve AI zoals ChatGPT.
Ondanks de ongerustheid over de komst van AI, zei tweederde van de werknemers die er al mee werkten dat automatisering hun werk minder gevaarlijk of vervelend had gemaakt.
"Hoe AI uiteindelijk van invloed zal zijn op werknemers op de werkplek en of de voordelen opwegen tegen de risico's, zal afhangen van de beleidsmaatregelen die we nemen," vertelde secretaris-generaal Mathias Cormann van de OESO tijdens een persconferentie.
"Regeringen moeten werknemers helpen zich voor te bereiden op de veranderingen en te profiteren van de kansen die AI met zich meebrengt," vervolgde hij.
Minimumlonen en collectieve onderhandelingen kunnen helpen om de druk van AI op de lonen te verlichten, terwijl overheden en regelgevers ervoor moeten zorgen dat de rechten van werknemers niet in het gedrang komen, aldus de OESO.
