De cijfers versterken de tekenen dat de Britse economie in een recessie is beland, hoewel er een lichtpuntje was voor de Bank of England doordat de inflatie van de afzetprijzen in de industrie vertraagde tot het laagste niveau sinds maart 2021.

De S&P Global/CIPS Purchasing Managers' Index (PMI) voor de verwerkende industrie steeg naar 46,5 in november, tegen 46,2 in oktober, het laagste punt in tweeënhalf jaar. De uitslag van november ligt ruim onder de 50-grens die groei van krimp scheidt, maar is wel iets sterker dan een eerdere 'flash'-uitslag die ongewijzigd bleef ten opzichte van oktober.

Behalve tijdens de pandemie waren oktober en november de zwakste twee maanden voor de PMI voor de verwerkende industrie sinds 2009, na de wereldwijde financiële crisis.

De exportorders daalden in het snelste tempo sinds mei 2020, op het hoogtepunt van de COVID-19-pandemie, als gevolg van de verminderde vraag uit China, de Verenigde Staten en de Europese Unie.

"Exporteurs meldden dat de terughoudendheid van klanten en de matige omstandigheden op de wereldmarkt tot de daling hadden bijgedragen. Sommigen merkten ook op dat de impact werd versterkt door problemen in verband met Brexit en spanningen in de toeleveringsketen", aldus IHS Markit.

Voor de tweede maand op rij schrapten fabrikanten banen, in het snelste tempo sinds november 2020.

De verwachtingen voor de toekomstige productie bleven positief, maar met de kleinste marge sinds april 2020.

De PMI-gegevens weerspiegelen een vertraging van de maandelijkse graadmeter van industriële orders van de Confederation of British Industry, hoewel de CBI-meting boven het langetermijngemiddelde blijft.

Uit de meest recente officiële gegevens blijkt dat de fabrieksproductie in september 5,8% lager lag dan een jaar eerder.

Vorige maand schatte het Britse Office for Budget Responsibility dat de economie al in een recessie zat die tot eind volgend jaar zou duren en 2% van de economische productie zou kosten.