De Spaanse Ibex-35 aandelenindex is woensdag eindelijk hoger gesloten, na een flirt met een vijfde sessie in negatief terrein gedurende de dag. Dit komt doordat de nervositeit rond First Republic Bank aanhoudt na een aanzienlijke uitstroom van deposito's, wat de volatiliteitsniveaus heeft verhoogd.

In een drukke week met resultaten voor Europese bedrijven hebben analisten hun ramingen voor de winstgroei voor de grootste bedrijven in de regio opnieuw licht verlaagd.

Volgens de gegevens van Refinitiv I/B/E/S dalen de winsten voor STOXX 600-bedrijven nu met 2,6%, vergeleken met de 2,5% daling die vorige week werd verwacht.

Op de vraag of aandelen uit de eurozone opwaarts potentieel hebben, toonde econoom Patrick Artus zich echter optimistisch toen hij vanuit Natixis in Parijs zei:

"Op dit moment lijken de positieve punten zwaarder te wegen dan de negatieve, en de aandelenindices in de eurozone zullen naar verwachting blijven stijgen in 2023."

Tegen deze achtergrond sloot de Spaanse selectieve beursindex Ibex-35 woensdag 3,40 punten hoger, een stijging van 0,04%, tot 9.293,70 punten, terwijl de FTSE Eurofirst 300 index van grote Europese aandelen 0,94% verloor.

In de banksector verloor Santander 1,08%, BBVA steeg 0,51%, Caixabank leverde 1,20% in, Bankinter steeg 0,11% en Unicaja Banco steeg 0,85%.

Onder de grote niet-financiële aandelen won Telefónica 2,42%, Inditex steeg 0,45%, Iberdrola steeg 0,08%, Cellnex steeg 0,58% en oliemaatschappij Repsol steeg 0,96%.

(Verslaggeving door Flora Gómez; Aanvullende rapportage door Danilo Masoni)