De Spaanse aandelenindex Ibex-35 doorbrak vrijdag bij de opening een reeks van zeven opeenvolgende neerwaartse sessies en profiteerde van koopjesjacht, hoewel op de achtergrond de bearish toon aanhield in een scenario van meerdere bedreigingen voor de economische groei.

Naast zorgen over de inflatie en de schade van renteverhogingen op de bedrijfsactiviteit, was er ook een botsing tussen de Verenigde Staten en China over technologische kwesties.

De relaties tussen 's werelds twee grootste economische machten bereikten een nieuw dieptepunt na het verbieden van de iPhone door de Chinese overheid, waardoor de angst voor een nog grotere ontkoppeling tussen de twee landen weer op tafel kwam.

Verdere tekenen van inflatiedruk die de rentetarieven voor een langere periode hoog zouden kunnen houden, op een moment dat zowel de ECB als de Federal Reserve verdere verhogingen van de leningskosten overwegen, droegen niet bij aan het optimisme, in tegenstelling tot wat de aandelenmarkten hoopten.

"We zullen de ontwikkelingen op het gebied van energie in de gaten houden, na de start van een staking vandaag bij de Australische LNG-fabriek van Chevron (7% van het wereldwijde aanbod), die een opwaartse druk zou kunnen uitoefenen op de gasprijzen en verdere twijfels zou kunnen blijven oproepen over de inflatiebeheersing die nodig is voor centrale banken om 'de overwinning te claimen' en hun retoriek te matigen", aldus analisten van Renta 4.

Om 0715 GMT op vrijdag stond de selectieve Spaanse Ibex-35 aandelenmarkt 25,70 punten, of 0,28%, hoger op 9.335,70 punten. Voor de hele week wees het op een daling van 1,21%.

De FTSE Eurofirst 300 index van grote Europese aandelen steeg 0,17%.

In de bankensector verloor Santander 0,03%, BBVA steeg 0,35%, Caixabank ging 0,20% vooruit, Sabadell steeg 0,79%, Bankinter steeg 0,24% en Unicaja Banco steeg 0,66%.

Onder de grote niet-financiële aandelen steeg Telefónica 0,49%, Inditex steeg 0,11%, Iberdrola steeg 0,37%, Cellnex steeg 0,23% en oliemaatschappij Repsol verloor 0,17%.

(Verslag door Tomás Cobos; bewerkt door Benjamín Mejías Valencia)