Piazza Affari ging positief van start in de laatste sessie van de week en van de maand, die gedomineerd zal worden door gegevens over de Amerikaanse 'core' Pce-index van mei, de indicator die het meest nauwlettend in de gaten wordt gehouden door de Fed om de inflatie te meten.

In afwachting van de gegevens van vandaag over de prijstrends in de VS en sommige EU-landen, gekoppeld aan de komende verkiezingen in Frankrijk, hielden beleggers zich de afgelopen sessies voorzichtig, met enkele aanpassingen in de portefeuille aan het einde van het kwartaal.

Om 9.25 uur stond de Ftse Mib 0,22% hoger.

De index wordt vooral gesteund door banken, die op adem komen na drie sessies van verkopen, en door olie.

Bij de banken springt Banca Mps eruit met een stijging van 1,8%. Het dossier rond het Siena-instituut warmt weer op met het verstrijken volgende week, op 2 juli, van de lock-up op het resterende belang van 26,7% dat in handen is van de Mef.

Bij de oliemaatschappijen steeg Tenaris met meer dan 2%, Saipem met 1% en Eni met 0,7%.

Onderaan de FTSE Mib daalde Terna 1,7% nadat Goldman Sachs haar aanbeveling voor het aandeel had verlaagd van 'Neutraal' naar 'Verkopen'.

Brembo daarentegen profiteerde van de 'Kopen' waarmee Deutsche Bank de dekking op de remmenfabrikant initieerde en steeg 1,7%.

(Andrea Mandalà, redactie Gianluca Semeraro)