Zeus Resources Limited kondigde aan dat de onderneming analyseresultaten heeft ontvangen van steenslagmonsters die in december 2021 zijn genomen op haar Mortimer Hills Project. Er zijn analyseresultaten ontvangen van in totaal 15 monsters die zijn genomen tijdens de gedetailleerde kartering van de Reid Well Base Metal Prospect voorafgaand aan de boring. De maximale analyseresultaten werden geretourneerd voor ZEU044 (2,19% Cu) en ZEU046 (1,70% Cu en 1,51% Pb). Er zijn ook analyseresultaten ontvangen van in totaal 30 monsters van granieten en pegmatieten uit de hele tenement. Hiertoe behoren ook monsters van de nieuwe pegmatietvondst van Zeus in `Pegmatite Creek'. Hoewel de lithiumgehaltes laag zijn, wat te verwachten is door de nabijheid van het moedergraniet, zijn er brede geochemische fractioneringstendensen binnen het pegmatiet/graniet. Bij toekomstige karteringen zal worden getracht deze tendensen beter te definiëren en blootgelegde ontsluitingen te lokaliseren binnen de potentiële lithiumdoelzone, die volgens de berekeningen op 500 ­ 3.000 m van het ontsluitende graniet ligt. Bij de verkenningskartering werd een langgerekte exhalatieve lens met een dikte van ongeveer 2-3 m aangetroffen binnen een kwarts-biotiet-chloriet-sericiet schist +/- granaat, toermalijn en magnetietzone binnen de Morrissey Metamorphic Suite. Verspreide kopermineralisatie in de vorm van malachiet, azuriet en chalcociet (afbeelding 5) werd aanvankelijk over een lengte van ongeveer 100 m getraceerd alvorens te verdwijnen onder oppervlakkige bedekking. Voorafgaand aan de boringen werden door gedetailleerde kartering nog eens vier exhalatieve barietlenzen met variabele mineralisatie vastgesteld, waardoor de bekende inslaglengte werd uitgebreid tot meer dan 300 m en werd aangegeven dat de Reid Well Base Metal Prospect sterk is afgeschuind met meer competente barietlenzen die langgerekte lobben, stringers en pods vormen. Logging van RC boorspanen toonde aan dat de aan de oppervlakte in kaart gebrachte gemineraliseerde lenzen zich voortzetten in de ondergrond en ~ 45 graden naar het zuiden doken. Kleine tot matige aanwijzingen van Cu-mineralisatie werden consequent waargenomen in RC boorspanen binnen de barietzones met analyseresultaten van boringen (eerder gerapporteerd) die over het algemeen lage tot matige waarden teruggaven, zij het met plaatselijk hogere waarden.