California Water Service Group (Group) heeft opnieuw bevestigd dat het naar schatting 215 miljoen dollar zal investeren in PFAS-behandeling en zo snel mogelijk zal werken aan de voltooiing van geplande projecten, ondanks een besluit van de California Public Utilities Commission tot afwijzing van het verzoek van California Water Service (Cal Water) om toestemming voor het wijzigen van een eerder goedgekeurde PFAS-kostenmemorandumrekening om kapitaalinvesteringen met betrekking tot de naleving van PFAS op te nemen voor toekomstig herstel. Het formeel bijhouden van kapitaalgerelateerde kosten via een pro-memorandumrekening is een belangrijke eerste stap om de bouw en het financiële herstel van grootschalige infrastructuurprojecten te ondersteunen, en Cal Water, de grootste dochteronderneming van Group, is van plan om opnieuw een aanvraag in te dienen om de kosten via het regelgevingsproces bij te houden. Group is al lange tijd bezig met de voorbereidingen om te voldoen aan de nieuwe maximale verontreinigingsniveaus (MCL) die eerder deze maand zijn vastgesteld door het U.S. Environmental Protection Agency.

Hoewel nutsbedrijven in 2027 moeten beginnen met het monitoren van bepaalde PFAS en in 2029 aan de MCL's moeten voldoen, heeft Group de meeste van zijn actieve waterbronnen al getest en is Group van mening dat het goed gepositioneerd is om alle waterbronnen die nodig zijn in zijn verzorgingsgebieden binnen de nalevingstermijn te behandelen. Daarnaast heeft Group rechtszaken aangespannen om PFAS-fabrikanten financieel verantwoordelijk te houden voor de kosten van het testen en behandelen, en streeft het bedrijf waar mogelijk subsidies na om de financiële gevolgen voor zijn klanten te beperken. Dit persbericht bevat toekomstgerichte verklaringen zoals bedoeld in de Private Securities Litigation Reform Act van 1995 (PSLRA).

De toekomstgerichte verklaringen zijn bedoeld om in aanmerking te komen onder bepalingen van de federale effectenwetten voor de "safe harbor" behandeling die is ingesteld door de PSLRA.