Een Amerikaans hof van beroep heeft woensdag de uitspraak van een rechter vernietigd dat obligatiehouders geldige vorderingen hadden op Venezuela's staatsoliemaatschappij in verband met haar Amerikaanse raffinaderij Citgo, en de rechter opgedragen de Venezolaanse wet toe te passen bij het beoordelen van de vorderingen.

De beslissing van het 2nd U.S. Circuit Court of Appeals in Manhattan zou een steun in de rug kunnen zijn voor tegenstanders van de Venezolaanse president Nicolas Maduro, die sinds 2019 een deel van de overzeese activa van Petroleos de Venezuela (PDVSA) in handen hebben.

De Amerikaanse districtsrechter Katherine Polk Failla in Manhattan had in oktober 2020 de wet van New York toegepast toen ze PDVSA-obligatiehouders toestemming gaf om beslag te leggen op een belang van 50,1% in Citgo, een dochteronderneming van PDVSA die als onderpand voor de obligaties was gegeven.

Failla voerde ook een vonnis van $1,68 miljard in tegen PDVSA en verklaarde PDVSA in gebreke.

De obligaties waren uitgegeven onder Maduro, maar tegenstanders zeiden dat de door de oppositie gecontroleerde Nationale Assemblee het gebruik van Citgo als onderpand nooit had goedgekeurd.

In de beslissing van woensdag zei het 2nd Circuit dat het weliswaar kon beslissen over vragen van buitenlands recht, maar dat Failla in een betere positie verkeerde omdat zij materiaal van de partijen en getuigen-deskundigen had bekeken.

De oppositie van Venezuela wilde dat het geschil volgens de wet van hun land werd opgelost.

Advocaten voor PDVSA en voor de respectievelijke trustee en zekerheidsagent van de obligatiehouders, MUFG Union Bank en GLAS Americas, reageerden niet onmiddellijk op verzoeken om commentaar.

Citgo wordt beschouwd als Venezuela's meest gewaardeerde bezit buiten het land.

Citgo is gevestigd in Houston, exploiteert drie raffinaderijen en een netwerk van pijpleidingen en terminals, en levert aan duizenden benzinestations met het Citgo-merk.

In oktober 2022 had het 2nd Circuit de hoogste rechtbank van New York om advies gevraagd over de vraag of de Venezolaanse of de New Yorkse wet van toepassing was op het obligatiegeschil. De staatsrechtbank besloot in februari dat de Venezolaanse wet van toepassing was.

De zaak is Petroleos de Venezuela SA et al tegen MUFG Union Bank NA et al, 2nd U.S. Circuit Court of Appeals, Nos. 20-3858, 20-4127. (Verslaggeving door Jonathan Stempel in New York; Bewerking door Chizu Nomiyama, William Maclean)