Turkije zegt dat 26 militanten "geneutraliseerd" zijn terwijl conflict in Syrië escaleert

Het Turkse leger heeft 's nachts 26 Koerdische militanten in het noorden van Syrië "geneutraliseerd" als vergelding voor een raketaanval op een Turkse basis, zei het ministerie van Defensie vrijdag, terwijl het conflict escaleerde bijna een week na een bomaanslag in Ankara.

Turkije gebruikt gewoonlijk de term "geneutraliseerd" om doden aan te geven.

De raketaanval op de basis, door de Syrische Koerdische YPG-militie, doodde een Turkse politieagent en verwondde zeven agenten en soldaten in het noordwesten van het Syrische Dabiq-gebied op donderdagavond, zei Ankara.

Het ministerie van Defensie zei dat Turkije afzonderlijk luchtaanvallen uitvoerde en 30 doelen van militanten elders in Noord-Syrië vernietigde, waaronder een oliebron, een opslagplaats en schuilplaatsen.

De vogelvrij verklaarde Koerdische Arbeiderspartij (PKK) eiste de verantwoordelijkheid op voor de bomaanslag van zondag in Ankara, waarbij twee aanvallers omkwamen en twee politieagenten gewond raakten. Turkije zei dat de aanvallers uit Syrië kwamen, maar de Syrische SDF-troepen ontkenden dit.

Turkije noemt de YPG een terroristische organisatie en zegt dat deze niet te onderscheiden is van de PKK, die sinds 1984 een opstand tegen de Turkse staat voert waarbij meer dan 40.000 mensen zijn gedood.

De Verenigde Staten en de Europese Unie beschouwen de PKK maar niet de YPG als terroristen.

De YPG vormt ook de kern van de SDF-troepen in de door de VS geleide coalitie tegen militanten van Islamitische Staat. De steun van de VS voor hen heeft lange tijd voor spanningen met Turkije gezorgd.

De SDF zei dat er sinds de bomaanslag in Ankara acht mensen waren gedood door Turkse aanvallen.

Het Pentagon onderstreepte de spanning door te zeggen dat de Verenigde Staten donderdag een bewapende Turkse drone hadden neergeschoten die in de buurt van hun troepen in Syrië opereerde, de eerste keer dat Washington een vliegtuig van NAVO-bondgenoot Turkije heeft neergehaald.

Een woordvoerder van het Pentagon zei dat er Turkse drones waren gezien die luchtaanvallen uitvoerden in Hasakah, in het noordoosten van Syrië, en dat één drone binnen een straal van minder dan een halve kilometer van Amerikaanse troepen kwam, als een bedreiging werd beschouwd en werd neergeschoten door F-16 vliegtuigen.

Een ambtenaar van het Turkse ministerie van Defensie zei dat de drone niet tot de Turkse strijdkrachten behoorde. Een veiligheidsbron zei echter dat de Turkse Nationale Inlichtingendienst (MIT) in Syrië aanvallen had uitgevoerd op Koerdische militante doelen.

Ankara zei donderdag dat een grondoperatie in Syrië een optie was die het zou kunnen overwegen. Turkije heeft in het verleden al verschillende invallen tegen de YPG gedaan in het noorden van Syrië.