Uit nieuwe cijfers woensdag (2 februari) bleek dat de inflatie in de regio in januari naar een nieuwe recordhoogte van 5,1% is gesprongen.

Dat verraste economen, die een daling hadden voorspeld.

De stijging was gedeeltelijk te wijten aan de sterk stijgende energiekosten, wat algemeen was verwacht.

Maar ook de prijzen voor sommige voedingsmiddelen stegen met 5%.

Alles bij elkaar betekent dat een grote sprong in de dagelijkse kosten voor de huishoudens.

Nu staat de Europese Centrale Bank voor een dilemma.

De beleidsmakers daar hebben herhaaldelijk gezegd dat de prijsstijgingen moeten beginnen af te nemen.

Maar daar is nu weinig van te merken, met een inflatie die meer dan twee keer zo hoog is als het streefcijfer van 2% van de bank.

Dat zou de berekening over de rentetarieven voor bankchef Christine Lagarde kunnen veranderen.

Analisten die vorige maand werden ondervraagd, zagen pas in de tweede helft van volgend jaar een renteverhoging in het verschiet.

Nu denkt een groeiend aantal dat de rente vóór die tijd zal moeten stijgen.

Voorlopig blijft de ECB echter volhouden dat de inflatie een voorbijgaande fase is.

Zij wijst op de gematigde groei van de lonen als een van de factoren die de prijzen in toom houden.

Maar met elke maand die voorbijgaat, wordt dat argument moeilijker te maken.