Maar de inflatie in Tokio overschreed voor de negende maand op rij de doelstelling van 2% van de Bank of Japan, waardoor de centrale bank onder druk blijft staan om haar economische stimuleringsmaatregelen af te bouwen.

De stijging van de kernindex van de consumentenprijzen (CPI) in Tokio, exclusief vers voedsel maar inclusief brandstof, kwam overeen met de marktmediaan.

De stijging volgde op een stijging van 4,3% in januari, de snelste stijging op jaarbasis sinds mei 1981, zo bleek vrijdag uit overheidsgegevens.

De gegevens vergroten de kans dat de nationale consumenteninflatie in februari een piek zal bereiken, omdat het effect van eerdere stijgingen van brandstof- en grondstofkosten begint af te nemen, aldus analisten.

Het tempo van de inflatie vertraagde deels dankzij de energiesubsidies van de regering om de pijn van de stijgende elektriciteitsrekeningen voor huishoudens te verzachten.

Een index voor Tokio exclusief brandstof en verse voedingsmiddelen, die door de BOJ nauwlettend in de gaten wordt gehouden als graadmeter voor de door de binnenlandse vraag veroorzaakte prijsdruk, was in februari 3,2% hoger dan een jaar eerder, na de stijging van 3,0% in januari.

De nationale kernconsumentenprijzen stegen in januari met 4,2% ten opzichte van een jaar eerder en bereikten een nieuw hoogtepunt in 41 jaar, doordat steeds meer bedrijven hogere kosten doorberekenden aan huishoudens.

Nu de inflatie haar doelstelling van 2% overschrijdt, ligt het beleid van de BOJ inzake de beheersing van de rentecurve onder vuur van beleggers die erop gokken dat zij haar beleid binnenkort zal moeten wijzigen en een renteverhoging op korte termijn zal toestaan.

Op de markten wordt druk gespeculeerd dat de centrale bank de YCC zal afbouwen of afschaffen onder leiding van Kazuo Ueda, de nieuwe BOJ-gouverneur die in april Haruhiko Kuroda opvolgt.

Onder YCC stuurt de BOJ de kortetermijnrente op -0,1% en het rendement op 10-jarige obligaties rond 0%, met een impliciet plafond van 0,5%.