WAAROM HEEFT SRI LANKA DE HULP VAN HET IMF NODIG?

Het land met 22 miljoen inwoners, gelegen voor de zuidpunt van India, worstelt om zijn ergste economische crisis sinds de onafhankelijkheid in 1948 het hoofd te bieden.

Het heeft een lange geschiedenis van stijgende buitenlandse verplichtingen, ten dele gedreven door onophoudelijke overheidstekorten, en dit is nog verergerd door een verlies aan inkomsten uit het toerisme door de pandemie en, dit jaar, door de sterk stijgende brandstofkosten.

Het daaruit voortvloeiende ernstige tekort aan deviezen heeft de invoer, met inbegrip van levensnoodzakelijke produkten zoals brandstof en geneesmiddelen, tot stilstand gebracht, en het land staat ook voor een dreigende voedselcrisis.

Om een uitweg uit de beroering te vinden, is Sri Lanka in gesprek met het IMF om ten minste 3 miljard dollar te lenen via de uitgebreide financieringsfaciliteit (EFF) van de leninggever.

Een IMF-programma zou de regering van het land in staat van beleg niet alleen toegang geven tot de broodnodige fondsen, maar zou Sri Lanka ook een weg banen om uiteindelijk toegang te krijgen tot de internationale financiële markten.

Het land werd vorige maand voor de allereerste keer officieel in gebreke gesteld nadat het zijn schuldbetalingen had gestaakt.

HOE GAAN DE ONDERHANDELINGEN?

Sri Lanka's vroegere minister van Financiën Ali Sabry en de nieuwe gouverneur van de centrale bank P. Nandalal Weerasinghe zijn op 18 april besprekingen met het IMF begonnen.

Op 9 mei begon een IMF-team technische besprekingen met de Sri Lankaanse autoriteiten, juist toen een golf van geweld het land overspoelde en de eerste minister aftrad, wat leidde tot de ontbinding van het hele kabinet van ministers.

Sri Lanka zat voor de tweede keer in evenveel maanden zonder minister van Financiën, terwijl de besprekingen onder leiding van ambtenaren van het IMF op 24 april werden afgesloten.

Ondertussen koos het land Lazard en Clifford Chance als financiële en juridische adviseurs om te helpen bij de herstructurering van meer dan 12 miljard dollar aan overzeese schuld.

Begin juni wordt een nieuwe gespreksronde met het IMF verwacht, met mogelijk een akkoord op stafniveau aan het eind van de maand.

Een overeenkomst die de goedkeuring van het IMF-bestuur heeft, zal echter waarschijnlijk minstens tot augustus op zich laten wachten, omdat daarvoor vooruitgang moet worden geboekt met een schuldhoudbaarheidsanalyse, een gestructureerd onderzoek naar de schuld van het land.

De nieuwe eerste minister van Sri Lanka, Ranil Wickremesinghe, die ook minister van Financiën is, zal waarschijnlijk aan de besprekingen deelnemen.

WAT WIL HET IMF?

Een EFF-programma vereist doorgaans dat landen structurele economische hervormingen doorvoeren om diepgewortelde zwakheden te corrigeren.

Het IMF zei vorige week dat het met Sri Lanka in bespreking was voor een uitgebreid hervormingspakket, maar specificeerde niet over welk soort programma werd onderhandeld.

De regering van Wickremesinghe lijkt al enkele stappen in die richting te zetten.

Dinsdag kondigde zij een belastingherziening aan om de inkomsten te verhogen, waarbij de belasting op de toegevoegde waarde en de vennootschapsbelasting worden verhoogd en de vermindering voor individuele belastingbetalers wordt verlaagd.

Wickremesinghe werkt ook aan een tussentijdse begroting, die binnen enkele weken zal worden gepresenteerd, en die volgens hem de overheidsuitgaven "tot op het bot" zal terugdringen en een pakket steunmaatregelen zal omvatten voor de economisch meest kwetsbaren.

WAAROM DE URGENTIE?

Miljoenen Srilankanen hebben al weken te kampen met tekorten aan eerste levensbehoeften, zoals kookgas, brandstof en medicijnen, en staan soms dagen in de rij om de minimale voorraden te bemachtigen.

De schrijnende situatie heeft de woede aangewakkerd van de bevolking tegen president Gotabaya Rajapaksa en de zijnen, die ervan beschuldigd worden de economie slecht te beheren en de onderhandelingen met het IMF te vertragen.

Protesten in het hele land mondden vorige maand uit in geweld, waarbij negen mensen omkwamen en meer dan 300 gewond raakten.

De regering heeft ook gewaarschuwd voor een dreigende voedselcrisis, nu de boeren in het land een tekort aan meststoffen hebben. Deskundigen schatten dat de voedselproduktie met 50% zou kunnen dalen, en het tekort aan deviezen vormt een bedreiging voor de invoer van basisprodukten.

Verdere onrust zou tot meer politieke beroering kunnen leiden, en ook de onderhandelingen met het IMF kunnen beïnvloeden.