EU-ministers zoeken deals over klimaatwetten nu economische problemen groene beloftes op de proef stellen

Ministers van de landen van de Europese Unie komen deze week bijeen om te proberen het eens te worden over gezamenlijke plannen om de klimaatverandering tegen te gaan, waarbij sommige diplomaten zeggen dat landen die onder economische druk staan, sommige van de meest ambitieuze doelstellingen die Brussel heeft voorgesteld, zouden kunnen afzwakken.

De eerder geplande vergadering van de energieministers van de EU zal hen ook de gelegenheid bieden om noodplannen te bespreken om de vraag naar gas te verminderen, die Brussel naar verwachting in de komende weken zal opstellen voor het geval de toevoer uit Rusland verder afneemt.

De energieministers die maandag bijeenkomen, en de milieuministers die de volgende dag bijeenkomen, zullen het naar verwachting eens worden over gemeenschappelijke standpunten over wetsvoorstellen om te voldoen aan een doelstelling voor 2030 om de netto-uitstoot met 55% te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990. De wetten zouden hernieuwbare energie uitbreiden, de koolstofmarkt van de EU vernieuwen en de verkoop van nieuwe auto's die op fossiele brandstoffen rijden vanaf 2035 verbieden.

Brussel zegt dat de crisis in de energievoorziening die dit jaar door de Russische inval in Oekraïne is veroorzaakt, betekent dat de 27 EU-landen nog sneller moeten gaan om zich van fossiele brandstoffen te bevrijden. Maar de dreiging van een economische inzinking als gevolg van de sterk stijgende energieprijzen heeft sommige landen ook terughoudender gemaakt ten aanzien van snelle veranderingen die, zo vrezen zij, nog meer ontwrichting met zich mee zouden kunnen brengen.

Naar verwachting zullen de ministers van Energie de doelstellingen steunen die de EU-Commissie vorig jaar heeft voorgesteld om 40% van de energie uit hernieuwbare bronnen te halen en het energieverbruik tegen 2030 met 9% te verminderen ten opzichte van het verwachte niveau.

Brussel heeft die doelstellingen vorige maand verhoogd tot 45% en 13%, in een poging om sneller een eind te maken aan de afhankelijkheid van de landen van ingevoerde - en steeds duurdere - fossiele brandstoffen. Verwacht wordt dat de ministers de oorspronkelijke voorstellen zullen goedkeuren, en de behandeling van de verbeterde versies zullen uitstellen tot later dit jaar, wanneer zij met het EU-parlement over de definitieve wetten onderhandelen.

Hernieuwbare energiebronnen zijn in 2020 goed voor ongeveer 22% van de energie in de EU.

De landen overwegen andere delen van de wetten af te zwakken, volgens overeenkomsten die in de aanloop naar de vergadering van de ministers zijn opgesteld en die door Reuters zijn ingezien.

De ontwerpovereenkomsten zouden sommige doelstellingen vrijwillig maken in plaats van juridisch bindend, waaronder een doelstelling om het primaire energieverbruik te verminderen en een doelstelling om tegen 2030 2,6% van de transportbrandstoffen uit hernieuwbare energiebronnen te halen.

De landen overwegen ook een verlaging van het streefcijfer dat tegen 2030 de helft van de door de industrie gebruikte waterstof uit hernieuwbare bronnen moet komen.

Sommige diplomaten toonden zich bezorgd dat de wijzigingen, als ze worden goedgekeurd, ertoe zouden leiden dat de EU haar klimaatdoelstellingen niet haalt. Maar anderen zeiden dat zij verwachtten dat de landen de kernelementen zouden behouden die nodig zijn om de emissiedoelstellingen te halen.