"Zoals het Verdrag inzake het Energiehandvest er nu uitziet, zorgt het voor onnodige onzekerheid over de groene transitie," zei Lars Aagard, minister van Klimaat, Energie en Nutsvoorzieningen, in een verklaring.

Het Energiehandvestverdrag (ECT) uit 1998 beschermt investeringen in zowel groene energie als fossiele brandstoffen, en stelt bedrijven in staat om regeringen aan te klagen over beleid dat van invloed is op hun investeringen.

De afgelopen jaren is het gebruikt om beleid aan te vechten dat de sluiting van fabrieken voor fossiele brandstoffen verplicht stelt - wat een handvol landen in de Europese Unie ertoe heeft aangezet om plannen aan te kondigen om uit het ECT te stappen.

Aagard zei dat andere bestaande wettelijke kaders ervoor zouden zorgen dat investeerders, zelfs zonder het ECT, veilig kunnen investeren in groene projecten in Denemarken en elders.

De EU met 27 landen - waarvan de leden ongeveer de helft van de ondertekenaars van het verdrag uitmaken - overweegt om gezamenlijk uit het verdrag te stappen, nadat Frankrijk, Duitsland, Nederland, Polen en Spanje al plannen hadden aangekondigd om uit het verdrag te stappen.

Verdragsleden onderhandelden vorig jaar over hervormingen van het ECT, maar de EU-landen verwierpen deze - wat betekent dat de hervormingen nog niet van toepassing kunnen zijn.

De Europese Commissie vertelde de EU-landen in februari dat een gezamenlijke uittreding van de EU uit het verdrag "onvermijdelijk" leek.

Maar de EU-landen zijn nog steeds verdeeld over het plan, zo blijkt uit aantekeningen van Reuters van hun laatste bijeenkomst om het vorige maand te bespreken.

Tijdens die vergadering met gesloten deuren nam een groot aantal landen nog steeds geen standpunt in over de vraag of ze zouden opstappen. Sommige landen stelden juridische vragen over de opties die de EU overweegt. Deze opties omvatten een volledige uittreding van alle EU-landen, of een uittreding waarbij sommige EU-landen in het verdrag kunnen blijven.

Denemarken zei donderdag dat het zou werken aan een oplossing waarbij de hervormingen om het verdrag te moderniseren kunnen worden aangenomen, in het belang van de landen die van plan zijn om er deel van uit te blijven maken.

Voor een uittreding uit de EU is de steun nodig van ten minste 15 EU-landen en het Europees Parlement, dat al een resolutie heeft gesteund waarin om het idee wordt gevraagd. Diplomaten van EU-landen komen volgende week bijeen om hun volgende stappen te bespreken.