De Caixin/S&P Global PMI voor de verwerkende industrie steeg in maart van 50,9 naar 51,1, boven de analistenverwachting van 51,0 en voor de vijfde maand op rij. De grens van 50 punten scheidt groei van krimp.
De positieve resultaten volgden op recente beter dan verwachte gegevens over de export en de detailhandelsverkopen, wat duidt op een goede start van het jaar voor 's werelds op één na grootste economie.
Citi verhoogde vorige week zijn prognose voor China's groei in 2024 van 4,6% naar 5,0%, op basis van "recente positieve gegevens en beleidsresultaten".
Premier Li Qiang kondigde tijdens de jaarlijkse vergadering van het Chinese parlement in maart een ambitieuze economische groeidoelstelling van ongeveer 5% voor 2024 aan.
Maar analisten zeggen dat beleidsmakers meer stimuleringsmaatregelen zullen moeten nemen om die doelstelling te halen, omdat ze niet kunnen rekenen op de zwakke statistische basis van 2022 die de groeicijfers voor 2023 flatteerde. Bovendien blijft een diepe inzinking in de vastgoedsector een grote rem op de activiteit.
Uit de PMI-enquête bleek dat de productie en nieuwe orders van de fabrikanten vorige maand versneld zijn toegenomen. Ook de buitenlandse vraag trok aan, waardoor de graadmeter voor nieuwe exportorders het hoogste niveau sinds februari 2023 bereikte.
Het vertrouwen van bedrijven in het komende jaar steeg tot het hoogste punt sinds april 2023 dankzij goed nieuws, zoals een verlaging van de inputkosten.
"Een daling van de grondstofprijzen verlaagde de productiekosten voor fabrikanten, waardoor ze ruimte kregen om de prijzen te verlagen te midden van de hevige concurrentie op de markt," zei Wang Zhe, Senior Economist bij Caixin Insight Group.
Bedrijven waren echter terughoudend met het aannemen van nieuwe werknemers, en de relevante subindex is sinds augustus vorig jaar negatief gebleven.
"De economie heeft nog steeds te kampen met tegenwind door de heersende onzekerheden en ongunstige factoren," zei Wang.
"De neerwaartse economische druk houdt aan, de werkgelegenheid blijft matig, de prijzen blijven laag en de onvoldoende effectieve vraag is niet fundamenteel opgelost, wat de noodzaak onderstreept om de binnenlandse en buitenlandse vraag verder te stimuleren." (Verslaggeving door Liangping Gao en Ryan Woo; Redactie door Kim Coghill)
