De loonie was bijna onveranderd op 1,2494 voor de greenback, of 80,04 U.S. cent, na de handel in een range van 1,2481 tot 1,2526.

Voor de week was hij op weg om 0,2% te dalen, nadat hij woensdag zijn sterkste intradayniveau in bijna vijf maanden had bereikt op 1,2427.

De olieprijs, een van Canada's belangrijkste exportproducten, daalde met 0,8% tot $99,50 per vat, waarmee de scherpe daling van deze week werd verlengd in de aanloop naar een vergadering van de lidstaten van het Internationaal Energieagentschap, waar gesproken zal worden over het vrijgeven van noodvoorraden olie naast een enorme geplande vrijgave door de Verenigde Staten.

De Amerikaanse dollar steeg ten opzichte van een mandje van belangrijke valuta's toen uit gegevens bleek dat de Verenigde Staten er vorige maand 431.000 banen bij kregen en dat de lonen weer aantrokken, waardoor de Federal Reserve zich in een positie bevindt om de rente in mei met een forse 50 basispunten te verhogen.

Ook voor de Bank of Canada behoort een verhoging met 50 basispunten tot de mogelijkheden bij haar volgende beleidsbeslissing op 13 april. De geldmarkten zien een kans van 70% op een verhoging van die omvang, die er sinds mei 2000 niet meer is doorgedrukt.

Intussen is BoC-gouverneur Tiff Macklem benoemd tot de nieuwe voorzitter van het toezichtsorgaan van het Bazels Comité voor bankentoezicht.

De rente op Canadese staatsobligaties volgde de stijging van de rente op Amerikaanse staatsobligaties, waarbij de 10-jaars rente met 6,7 basispunten steeg tot 2,468%.

De 5-jaars rente klom 3,7 basispunten boven de 10-jaars, waarbij dat deel van de curve voor het eerst sinds maart 2020 inverteerde. Omkeringen van de curve worden soms gezien als een signaal dat de economische groei zal vertragen.