Het document van Giorgio Primiceri en Domenico Giannone zal dinsdag als eerste worden gepresenteerd tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de ECB in een heuvelachtig resort bij Sintra, Portugal.
De onderzoekers gebruikten een model dat de inflatie ontbindt in vraag, aanbod en het effect van het monetaire beleid op de vraag, om te concluderen dat de inflatie terugkeert naar de doelstelling van 2% van de ECB, tenzij er nieuwe schokken optreden.
"Deze analyse geeft aan dat er redenen zijn om optimistisch te zijn over de inflatie, zowel in de nabije als in de verdere toekomst," schreven Primiceri en Giannone in hun paper.
"Ons model voorspelt zelfs een 'gemakkelijke laatste kilometer' in de komende kwartalen."
ECB-bestuurslid Isabel Schnabel heeft gewaarschuwd dat "de laatste kilometer van de desinflatie" "de moeilijkste" zou blijken te zijn, nadat een scherpe daling van de energieprijzen de inflatie had helpen terugdringen van een piek van 10% eind 2022 tot 2,6% vorige maand.
Maar volgens het document zal de inflatie volgend jaar afnemen tot het doel van de ECB en daar blijven tot 2026, zelfs als de beleidsrente wordt verlaagd van 3,75% naar 2,5%. Dit is in lijn met de marktverwachtingen.
In tegenstelling tot het heersende verhaal, dat donderdag werd herhaald door Philip Lane, hoofdeconoom van de ECB, stelden de auteurs vast dat een sterker dan verwacht herstel van de vraag na de COVID-pandemie, in plaats van een beperkt aanbod, verantwoordelijk is voor het grootste deel van de hoge inflatie in 2021-22.
Als de ECB het beleid eerder had aangescherpt, zou de inflatie een piek van slechts 6% hebben bereikt, maar dan wel tegen de prijs van één procentpunt aan verloren economische productie, aldus het document.
"Aangezien de economische activiteit al onder druk stond door ongunstige aanbodvoorwaarden, heeft een dergelijk beleid waarschijnlijk geholpen om een aanzienlijke verdere daling van de economische activiteit te voorkomen," aldus de auteurs.
