Volgens een persbericht van het bedrijf dat eigenaar is van de meeste gaspijpleidingen in Italië, dat het plan vanochtend presenteerde aan de financiële gemeenschap in Milaan, zal de Ebitda in de periode 2022-2026 met gemiddeld 7% per jaar stijgen (4,5% in het vorige plan) als gevolg van investeringen in de periode, regelgevingscomponenten en de bijdrage van de energietransitiebedrijven.

Aan het einde van het plan zal de EBITDA van de groep naar verwachting ongeveer EUR 2,85 miljard bedragen.

De nettowinst zal in de periode 2022-2026 naar verwachting met gemiddeld ongeveer 3% per jaar groeien, zelfs bij stijgende rentetarieven, aldus de notitie.

Vergeleken met de verwachte nettowinst van ten minste 1,13 miljard euro in 2022, is de prognose tot eind 2026 1,27 miljard euro, aldus de notitie.

Op de aandelenmarkt reageerden beleggers negatief - in een sessie die toch een retracement was voor de Piazza Affari indices - waarbij de aandelen ongeveer 2,4% daalden naar EUR 4,89. Volgens JP Morgan zien de doelen van het plan er "bevredigend uit, maar zijn ze niet sterk". De broker is met name teleurgesteld over de winstdoelstellingen, die in wezen ongewijzigd zijn, in tegenstelling tot zijn verwachtingen van een groter voordeel uit Ebitda-groei.

Wat de dividenduitkering betreft, is de minimale groei van 2,5 procent die voor de voorgaande jaren was voorzien, verlengd tot 2026, en stijgt naar 5 procent per aandeel voor het budget van 2022.

"In de planperiode 2022-2026 zullen we de investeringen aanzienlijk verhogen in vergelijking met het verleden, om onze infrastructuur te versterken en bij te dragen aan een grotere energiezekerheid van het land voor de komende jaren en de horizon verder vooruit," aldus CEO Stefano Venier over zijn eerste bedrijfsplan.

Als we naar de details van de investeringen kijken, zien we dat er EUR 9 miljard is gereserveerd voor gasinfrastructuur. In het bijzonder gaat EUR 6,3 miljard naar transport (vergeleken met EUR 5,4 miljard in het vorige plan), inclusief investeringen in verband met de modernisering van de Adriatic Line en de toepassing van de nieuwe methodologie voor de beoordeling van de gezondheid van activa voor netwerkvervangingen; EUR 1,3 miljard voor de uitbreiding en vernieuwing van opslaglocaties (vergeleken met EUR 1,2 miljard in het vorige plan); en EUR 1,4 miljard voor LNG, waarbij een aanzienlijke stijging is toe te schrijven aan de aankoop van de twee drijvende hervergassers en de bijbehorende infrastructuurinvesteringen.

De investeringen in de energietransitie bedroegen EUR 1 miljard.

Tijdens de bijeenkomst met analisten benadrukte Venier dat het plan geen overnames omvat en dat er geen op tafel liggen. Mocht Edison echter besluiten om zijn opslagactiviteiten af te stoten, dan zal Snam deze activa nauwlettend in de gaten houden. Wat mogelijke desinvesteringen betreft, sluit de nummer één van Snam niet uit dat hij in de toekomst een deel van zijn belang in Italgas of Industrie De Nora van de hand zal doen.

De Rab (de waarde van de investeringen voor regelgevingsdoeleinden) zou in 2022-2026 met gemiddeld meer dan 5% per jaar groeien (meer dan de 2,5% in het vorige plan).

Tot slot verwacht Snam dat de schuld over de planperiode in 2026 ongeveer EUR 18 miljard zal bedragen.

Volledig persbericht

(Giancarlo Navach, redactie Stefano Bernabei, Claudia Cristoferi)