Deze trend betekent dat de groep moeite zal hebben om de productieverlagingen te verlichten, tenzij de wereldwijde vraag naar olie toeneemt of de OPEC bereid is om lagere olieprijzen te accepteren.
Angola zei deze maand dat het vanaf januari 2024 uit de Organisatie van de Olie Exporterende Landen (OPEC) stapt, na Ecuador in 2020, Qatar in 2019 en Indonesië in 2016.
Door het vertrek van Angola blijft de groep over met 12 leden en daalt de productie tot onder de 27 miljoen vaten per dag (bpd) - minder dan 27% van het totale wereldwijde aanbod van 102 miljoen bpd.
De laatste keer dat het marktaandeel van de OPEC daalde tot 27% was tijdens de pandemie in 2020, toen de wereldwijde vraag met 15-20% daalde. Sindsdien heeft de wereldwijde vraag zich hersteld tot recordniveaus, wat betekent dat OPEC marktaandeel heeft verloren aan rivalen.
OPEC heeft niet gereageerd op een verzoek om commentaar.
De groep produceerde ongeveer de helft van de wereldwijde ruwe olie in de jaren 70, voordat niet-OPEC-aanvoerbronnen zoals de Noordzee hun intrede deden.
In latere decennia lag het OPEC-aandeel tussen 30% en 40%, maar de recordproductiegroei van rivalen zoals de Verenigde Staten heeft dat aandeel de afgelopen jaren gestaag verkleind.
In november 2023 was de OPEC-output van ruwe olie goed voor 27,4% van de totale markt, een daling ten opzichte van de 32-33% in 2017-2018, volgens cijfers uit de maandelijkse rapporten van de groep.
VRAAG TWEEDE KWARTAAL
OPEC werd in 1960 opgericht door Saoedi-Arabië, Koeweit, Venezuela, Iran en Irak. Angola sloot zich in 2007 bij de groep aan. Sinds 2017 werkt de OPEC samen met Rusland en andere niet-leden als onderdeel van de OPEC+ groep om de markt te beheren.
Enkele kleine producenten zijn de afgelopen jaren lid geworden van de OPEC, waaronder Gabon in 2016, Equatoriaal-Guinea in 2017 en Congo in 2018.
OPEC+ verlaagt momenteel ongeveer 6 miljoen bpd van haar productie, dus de groep zou in theorie de productie kunnen verhogen om te vechten voor marktaandeel.
Maar dit zou gepaard gaan met een sterke prijsdaling als de vraag naar ruwe olie niet verbetert.
Sommige OPEC+ leden, waaronder Rusland, hebben gezegd dat de groep indien nodig extra maatregelen zou kunnen nemen.
Uit cijfers van drie nauwlettend in de gaten gehouden olievoorspellers - het Internationaal Energieagentschap (IEA), de Amerikaanse Energy Information Administration (EIA) en de OPEC zelf - blijkt dat er weinig ruimte is voor een versoepeling van de bezuinigingen in het tweede kwartaal.
De EIA ziet de vraag naar OPEC-crude in het tweede kwartaal dalen ten opzichte van het eerste kwartaal, op basis van een berekening van Reuters.
Het IEA ziet de vraag naar OPEC-crude gelijk blijven, terwijl de OPEC de vraag ook ziet dalen, zij het vanaf een hoger niveau dan de andere twee voorspellers.
OPEC ziet haar marktaandeel op de lange termijn toenemen naarmate de productie elders daalt en de wereldvraag verder stijgt.
De meest recente World Oil Outlook voorspelt dat het totale aandeel van de groep in de oliemarkt zal stijgen tot 40% in 2045 als de niet-OPEC-output vanaf begin 2030 begint af te nemen.
