De overdracht van de Russische dochteronderneming van het Italiaanse waterverwarmingsbedrijf Ariston aan een Gazprom-entiteit was een reactie op de "vijandige acties" van westerse landen, aldus de Russische ambassade in Italië in een Facebook-post op maandag.

De verklaring werd vrijgegeven nadat de ambassadeur was ontboden op het Italiaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken om de verplaatsing van de activa onder tijdelijk beheer van JSC Gazprom Household Systems, die vrijdag werd aangekondigd door het Kremlin, uit te leggen.

In het decreet plaatste de Russische president Vladimir Poetin ook de Duitse apparatenmaker BSH Hausgeraete onder hetzelfde "tijdelijke externe beheer".

Deze maatregelen "werden genomen als reactie op vijandige acties, in strijd met het internationaal recht, door de Verenigde Staten en andere buitenlandse staten die zich bij hen hebben aangesloten, met als doel Rusland, zijn rechtspersonen en verschillende individuen illegaal het recht op eigendom te ontnemen" in die landen, aldus het bericht.

De ambassade voegde eraan toe dat ze de "steeds agressievere retoriek en toon" van westerse landen beschouwde als een "opzettelijke bedoeling om de veiligheid van de Russische Federatie te bedreigen".

Het Italiaanse ministerie van Buitenlandse Zaken riep Rusland op om terug te komen op zijn beslissing "die geen wettelijke basis heeft" en zei dat minister van Buitenlandse Zaken Antonio Tajani "een gepaste reactie" kan bespreken met de G7 en de EU-partners van Italië.

Ook de Europese Unie bekritiseerde Rusland zaterdag en zei dat de acties tegen de Italiaanse en Duitse bedrijven de minachting van Moskou voor het internationale recht onderstreepten.

Rusland heeft sinds het begin van de oorlog in Oekraïne de activa van een handvol westerse bedrijven onder "tijdelijk beheer" geplaatst, waarbij het dergelijke acties rechtvaardigt als vergelding voor acties van andere landen tegen Russische bedrijven. (Verslaggeving door Matteo Negri; bewerking door Gavin Jones en Jonathan Oatis)