NAVO-bondgenoten hebben dinsdag meer hulp toegezegd aan Oekraïne om de energie-infrastructuur te herstellen die zwaar beschadigd is door Russische bombardementen. Volgens de chef van de verdedigingsalliantie gebruikt Moskou het koude winterweer als "oorlogswapen".
Secretaris-generaal Jens Stoltenberg zei dinsdag dat het 30 leden tellende bondgenootschap gesprekken zal voeren met Moldavië, Georgië en Bosnië-Herzegovina, landen "die onder druk staan van Rusland".
"We zullen verdere stappen ondernemen om hen te helpen hun onafhankelijkheid te beschermen en hun vermogen tot zelfverdediging te versterken," zei hij, eraan toevoegend dat het in het belang van de NAVO is om hun veiligheid te waarborgen.
Moldavië, ingeklemd tussen Oekraïne en Roemenië, waarschuwde vorige week zijn bevolking voor een strenge winter omdat het te maken heeft met een "acute" energiecrisis die de ontevredenheid onder de bevolking kan aanwakkeren.
Het wordt ook al 30 jaar geconfronteerd met een onopgelost separatistisch conflict. Een contingent Russische vredeshandhavers is gestationeerd in het hoofdzakelijk Russisch sprekende Transdnjestrië, dat grenst aan het zuidwesten van Oekraïne.
Door Rusland gesteunde separatisten controleren twee afgescheiden regio's van Georgië - Abchazië en Zuid-Ossetië. In 2008 zei Moskou dat zij werden bedreigd door de Georgische regering en viel kortstondig andere delen van Georgië binnen.
Bosnië maakt de ergste politieke crisis door sinds het einde van de Balkanoorlogen in de jaren negentig, waarbij de Bosnische Serviërs de staatsinstellingen aanvechten als onderdeel van hun langdurige streven naar afscheiding, aangemoedigd door ten minste stilzwijgende steun van Rusland.
De NAVO-ministers zullen ook bespreken hoe zij de veerkracht van de samenleving kunnen versterken, dagen nadat Stoltenberg waarschuwde dat de westerse landen moeten oppassen dat zij niet opnieuw afhankelijk worden van China nu zij zich losmaken van de Russische energievoorziening.
