Kunnen we ons een perfecter beursgenoteerd bedrijf voorstellen? Hier de zes belangrijkste kenmerken:

  1. Opereert met een quasi-duopolie op een volledig geconsolideerde, hypergereguleerde markt met onoverkomelijke toetredingsbarrières.
  2. Profiteert volop van het beroemde concurrentievoordeel dat netwerkeffect heet, en dat zijn platform simpelweg onmisbaar maakt.
  3. Heeft in het afgelopen decennium zijn omzet zien groeien met een gemiddeld tempo van 9,5 % per jaar, en zijn winst met een gemiddeld tempo van 13 % per jaar.
  4. Ontwikkelt een opmerkelijk kapitaalarme activiteit, waardoor het enorme bergen kasstroom kan genereren om terug te vloeien naar de aandeelhouders.
  5. Heeft via aanhoudende aandeleninkopen het aantal uitstaande aandelen met een vijfde verminderd in tien jaar tijd, zodat de winst per aandeel met een jaarlijks tempo van 14,2 % groeit.
  6. Heeft operationele marges dicht bij 60 % en een rendement op eigen vermogen dicht bij 50 %, zonder gebruik te maken van leverage.

Sinds de grote financiële crisis van 2008 is Visa aan de beurs verhandeld tegen een gemiddelde waardering van vijfentwintig keer de winst. Dat is ongeveer het niveau waarop het aandeel momenteel beweegt.

Tijdens een kort tijdsbestek van achttien maanden tussen 2010 en 2011 was de waardering van het aandeel gedaald naar een dieptepunt — het aandeel is sindsdien nooit meer in de buurt geweest — van vijftien keer de winst. Historisch gezien was deze kans onder de zeer grote kapitalisaties, toch gevolgd door legioenen analisten, voor de aandeelhouders die het inzicht hadden om deze te grijpen, goed voor een vermenigvuldiging van hun kapitaal met een factor dertien, zonder nog maar de dividenden mee te rekenen.

Beleggers die toen niet zijn ingestapt, kunnen veel leren uit deze case study en in gedachten houden dat kwaliteit in de beurs, net als elders, zijn prijs heeft. In dezelfde geest benadrukten wij dit gisteren nog, toen we het hadden over de resultaten van Hermès.