De omzet daalde met 2,3 % ten opzichte van de eerste drie maanden van het vorige jaar, en de winst per aandeel met 5 %. Het management voorziet een stabiel 2024, met een omzet vergelijkbaar met die van vorig jaar en een operationele marge in de middenmoot.

Er was vrees voor slechter nieuws gezien de slechte staat van de vastgoedmarkt in de Verenigde Staten, nu het aantal beschikbare bestaande woningen — die het merendeel van de koop- en verkooptransacties uitmaken — op zijn laagste niveau in tien jaar staat.

Verkopers die de afgelopen jaren gunstige rentevoeten te pakken konden krijgen, zijn natuurlijk maar weinig geneigd om deze voordelige voorwaarden op te geven. Potentiële kopers daarentegen worden verlamd door de stijgende rente en prijzen die niet dalen.

Home Depot, vaak gezien als een directe graadmeter voor de vastgoedmarkt, had dus meer last kunnen hebben van deze omstandigheden.

Net als bij Brenntag, waar we zonet nog over schreven — hoewel in een heel andere sector — wijzen de resultaten van de Amerikaanse groep eerder op een normalisering van de activiteiten dan op een grote tegenslag. Home Depot kende tijdens de pandemie een uitzonderlijk welvarende periode; deze kon niet eeuwig duren en het zou gevaarlijk zijn geweest om deze trend door te trekken.

Bovendien bevestigt de groep zijn nieuwe strategische koers met de overname eerder dit jaar van bouwmaterialendistributeur SRS voor de aanzienlijke som van 18 miljard USD. Hiermee zet het zijn opmars op de markt van bouwprofessionals voort, die al de helft van zijn klantenbestand uitmaken.

Dit verklaart mogelijk waarom Home Depot momenteel beter bestand is tegen de economische omstandigheden dan directe concurrent Lowe's. Beleggers blijven hun vertrouwen behouden; het aandeel wordt verhandeld tegen een waardering van 22-23 keer de winst, precies op zijn tienjaarsgemiddelde.