KARLSRUHE (dpa-AFX) - Gegevens van een onterecht bevolen celzoekactie mogen niet worden gebruikt als bewijs in een rechtszaak. Dit heeft het Federale Gerechtshof (BGH) bepaald in een woensdag gepubliceerde uitspraak (zaak nr. 2 StR 171/23). Voor een veroordeelde dief uit Hessen vergroot dit de kans op een mildere straf, aangezien de regionale rechtbank in Frankfurt am Main haar vonnis in een zaak voornamelijk had gebaseerd op de locatie van de verdachte in de radiocel in de buurt van de plaats delict.

Volgens de hoogste strafrechters in Karlsruhe mag een celzoeking volgens artikel 100g van het Wetboek van Strafvordering alleen worden bevolen als er een verdenking bestaat van een bijzonder ernstig strafbaar feit. Er is een lijst van specifiek genoemde misdrijven zoals gekwalificeerde diefstal, moord of hoogverraad. In dit geval hadden de onderzoekers echter geen van de daar genoemde beschuldigingen overwogen, wat betekent dat de locatiegegevens helemaal niet verzameld hadden mogen worden, aldus het Federale Hof van Justitie. Het veroordelend vonnis moet daarom worden vernietigd voor de zaak waarvoor de eiser in de eerste plaats was veroordeeld op basis van de bevindingen van de gegevensanalyse.

In juni 2022 had de regionale rechtbank de beklaagde veroordeeld tot twee jaar en drie maanden gevangenisstraf voor onder andere diefstal met wapens. Volgens het Federale Hof van Justitie had het naast de verzamelde verkeersgegevens nog meer bewijs gebruikt - zoals een storting op zijn bankrekening van in totaal 297,11 euro, wat bijna overeenkwam met het bedrag aan munten en contant geld dat de dag ervoor bij een diefstal was gestolen. De beslissing van het Federale Hooggerechtshof gaat echter verder: "Ongeacht dit indirecte bewijs, kan de Senaat niet uitsluiten dat de regionale rechtbank tot een gunstiger bewijsresultaat voor de verdachte zou zijn gekomen zonder het gebruik van de radiocelgegevens."/kre/DP/men