De angst voor het witte blad. Wie regelmatig een stuk moet schrijven over de macro-economische situatie, zoekt meer dan eens naar inspiratie. Vooral wanneer de kleine nieuwsfeitjes uit verschillende hoeken komen. We kunnen stilstaan bij de activiteitsindexen in de Verenigde Staten, de S&P Global US Services PMI en de ISM Services die boven de krimpzone van 50 uitkwamen. Vertaald: alles gaat goed, het verhaal van een zachte landing van de Amerikaanse economie blijft overeind.

Nu wachten we nog op de index der consumptieprijzen, de beruchte CPI, waarvan de publicatie verwacht wordt op de 13e. De kern-CPI zou naar verwachting naar 3,7 % moeten stijgen op jaarbasis en zou 0,3 % stijgen op maandbasis. Een publicatie boven deze niveaus zou de pijler "daling van de inflatie" kunnen verzwakken en bij uitbreiding ook die gerelateerd aan een "daling van de rentetarieven" van de centrale banken.

Intussen blijft het rendement op de Amerikaanse staatsobligaties op 10 jaar binnen een horizontaal consolidatiekanaal tussen 3,85 % en 4,23/25 %. Het doorbreken van deze weerstand zou een aanzienlijke heropleving richting de 4,40/4,43 % mogelijk maken, met een verwacht maximum rond de 4,60 %. In tegenstelling hiermee zou de breuk van de 3,85 % een voortzetting van de daling richting 3,26 % openen.