Euro Stoxx 50, kampioen van 2024

De 'kleine' Europese index, afgeleid van zijn grote broer de Euro Stoxx 600 en samengesteld uit de 50 grootste bedrijven uit de belangrijkste sectoren van de eurozone, zet sinds het begin van het jaar mooie prestaties neer en presteert beter dan de drie Amerikaanse reuzen (Nasdaq, S&P 500 en Dow Jones), met meer dan 9 % groei. Een prestatie die zeldzaam genoeg is om op te merken.

Eind augustus 2023 werd de index gedomineerd door Frankrijk (bijna 42 %), gevolgd door Duitsland (26 %), Nederland (ongeveer 13 %), Spanje en Italië (elk ongeveer 7 %), en vervolgens Ierland, Finland en België.

Sindsdien zijn de nationale wegingen aanzienlijk veranderd, vooral door de uitbreiding van het belang van het Nederlandse aandeel ASML, dat toen 8 % van de index uitmaakte, tegenover 10,3 % vandaag. Het Finse belang, vertegenwoordigd door enkel Nokia, is gekrompen van 1,8 % naar 0,5 %.

Aan het einde van de zomer was technologie de sterkste sector met meer dan 15 % van de index, gevolgd door consumptiegoederen en -diensten (14 %), industriëlen (13 %) en banken (11 %). De rest van de pool bestaat uit farmaceutica, verzekeraars, energiebedrijven, toeleveranciers en autofabrikanten, chemische groepen, en voedsel- en tabaksproducenten.

De lagere weging van de index in KI- en tech-aandelen, in vergelijking met de Nasdaq of de S&P 500, heeft geholpen om de schade in de afgelopen maanden te beperken. De val van Infineon (-21 % sinds 1 januari) werd bijvoorbeeld gecompenseerd door de kracht van ASML (+21 %) en Adyen (+20 %).

Daarentegen heeft de goede gezondheid van de Europese banken (+25 % voor Banco Santander, +41 % voor Unicredit, +28 % voor BBVA, +30 % voor Intesa Sanpaolo,+14 % voor ING Group) en de Franse industriële groepen (+14 % voor Schneider, +15 % voor Airbus, +29 % voor Safran) de Stoxx 50 een boost gegeven. Ook de significante bijdrage van Mercedes (+18 %), Ferrari (+21 %), Adidas (+22 %) en Hermès (+21 %) mag niet onvermeld blijven.

De lagere waardering van Europese aandelen in vergelijking met Amerikaanse waarden en de vooruitzichten op renteverlagingen door de ECB hebben hen ook een bijzondere aantrekkelijkheid gegeven, zowel voor beleggers van het continent als daarbuiten.

Kospi Composite, kunnen chips de Zuid-Koreaanse beurs redden?

Lang gesteund door een zeer sterke industriële dynamiek, vertoont de groei van Zuid-Korea sinds 2021 tekenen van vermoeidheid. De grote fabrikanten van het land hebben moeite om de massale investeringen van het naburige China bij te benen, en de lokale technologische kampioenen hinken achterop in vergelijking met de Amerikaanse giganten. Als gevolg hiervan vertoont de leidende index van Seoul, de Kospi, een aanhoudende vertraging.

De stijging van de arbeidskosten, de ontwikkeling van de middenklasse, de demografische zwakte, de veroudering van de energieproductie en de vasthoudendheid aan oude industriële modellen hebben de productiekracht van het land aangetast. De tekortkomingen op het gebied van innovatie, buiten de chip- en IT-sectoren, hebben de glans van het land verder aangetast.

Zelfs de giganten Samsung Electronics, LG en SK Hynix vrezen nu voor hun toekomst en roepen om financiële steun van de overheid om hun positie en technologische voorsprong te behouden. Maar zij alleen kunnen een wankelende economie, die behoefte heeft aan fundamentele hervormingen, niet redden. Na zich 50 jaar lang te hebben beroemd op een groei van meer dan 6 %, wordt Korea nu gedwongen zich aan te passen aan normale groeicijfers van rond 2 %, en aan een constante terugval.

De KOSPI Composite, samengesteld uit meer dan 800 waarden, richt zich vooral op industriële en technologische waarden, en in mindere mate op bedrijven uit de gezondheidszorg, banken en distributeurs van consumptiegoederen.