China's oostelijke metropool Hangzhou, een van de meest bloeiende steden van het land, heeft donderdag gezegd dat het alle beperkingen op de aankoop van huizen zal opheffen om de vastgoedmarkt te ondersteunen, waardoor het vooruitzicht bestaat dat andere steden dit voorbeeld zullen volgen.

Vanaf 9 mei zal de overheid van Hangzhou niet langer de geschiktheid van potentiële kopers controleren, zei de stedelijke huisvestingsautoriteit in een bericht.

Hangzhou is de hoofdstad van de rijke provincie Zhejiang en beschikt over enkele van China's meest begeerde en dure onroerend goed. Dat bracht de lokale autoriteiten ertoe om de aankoop van huizen aan banden te leggen om speculatie tegen te gaan.

De vraag naar huizen is sinds 2021 in het hele land gedaald doordat het koperssentiment aanzienlijk is verzwakt, onder invloed van een schuldencrisis bij projectontwikkelaars en een voortdurende prijsdaling.

Hangzhou is de eerste stad die de aankoopbeperkingen volledig heeft afgeschaft nadat een vergadering van de hoogste leiders van de Communistische Partij in april opriep tot maatregelen om de vastgoedsector te ondersteunen, zei analist Yan Yuejin van het E-house China Research and Development Institute.

Het besluit van de stad zal "zeer inspirerend" zijn voor andere steden die nog steeds beperkingen op huisaankopen hebben, zei Yan.

De stad met 12,5 miljoen inwoners is China's antwoord op Silicon Valley en is de thuisbasis van technologiegrootheden zoals Alibaba Group en NetEase. Het is een magneet voor tech-talent uit heel China, waardoor de vraag naar huizen verder toeneemt.

De beleidswijziging is bedoeld om aan die vraag te voldoen en een gezonde ontwikkeling van de vastgoedmarkt te bevorderen, aldus de huisvestingsautoriteit.

Eind vorige maand versoepelde de zuidwestelijke stad Chengdu, waar 21,4 miljoen mensen wonen, ook de limieten voor het kopen van een huis. (Verslaggeving door Liangping Gao en Ryan Woo; Redactie door Christopher Cushing)