Als we het hebben over Unilever, hebben we het in werkelijkheid over een berg individuele merken. Het bedrijf is aanwezig in alle schappen van onze supermarkten en biedt zowel hygiëne- en schoonheidsproducten, voeding en schoonmaakproducten aan.

Spreiding van de verkoop volgens productcategorie. Hier enkele van de bekendste merken in Europa (bron: Unilever)

De Europese reputatie van de hierboven getoonde producten is alom bekend. Europa is goed voor 21,6 % van de verkoop en komt na het Amerikaanse continent, waar 32,1 % van de omzet wordt gerealiseerd. De motor van de groep is echter Azië, dat goed is voor 46,3 % van de omzet en 52,1 % van het operationele resultaat. 

Unilever heeft 13 merken die een omzet van meer dan 1 miljard euro vertegenwoordigen. Dat is meer dan de helft van de totale verkoop. Dankzij dit brede en gediversifieerde aanbod is de onderneming zowel blootgesteld aan veerkrachtige markten zoals die van de levensmiddelen en dranken, als aan meer dynamische markten zoals die van de schoonheidsproducten. De keerzijde van de medaille is dat deze mix van merken en producten niet altijd duidelijke synergieën oplevert. Op lange termijn weegt dat op de resultaten. 

Het tweede element dat de kracht uitmaakt van de Britse groep, is de prijsmacht die zij heeft. De omzetstijging van 15 % in 2022 was grotendeels te danken aan de prijsverhogingen die het bedrijf heeft doorgevoerd. Dat voordeel vloeit voort uit de reputatie van de merken bij het grote publiek en heeft ook de maken met het gewicht dat het bedrijf in de schaal kan werpen bij prijsonderhandelingen met de distributeurs. Maar mogelijk is het bedrijf net iets te inhalig geweest: de daling van de volumes in de loop van het jaar doet analisten geloven dat de prijzen te sterk zijn verhoogd. 

Unilever - een reus in alledaagse producten (bron: Unilever) 

Wat de financiële kant betreft, wordt het concern al een hele tijd geconfronteerd met een stilvallende groei. De resultaten lijken een zekere maturiteit te hebben bereikt. Als we boekjaar 2022 buiten beschouwing laten - dat niet vergelijkbaar is met de voorgaande jaren omdat het erg werd beïnvloed door prijsstijgingen - zien we dat de verkoop in de periode van 2012 tot 2021 niet is toegenomen. Positief is echter wel dat de marges in die periode een stijgende lijn vertonen. De nettomarge steeg immers van 8,7 % naar 11,5 %. 

Waar Unilever evenwel écht indruk maakt, is het vermogen om contante middelen te genereren. De marge van de vrije kasstroom bedroeg gemiddeld 10 % over de cyclus. Hierdoor kan het bedrijf een comfortabel dividend uitkeren, maar kon het ook 11,5 % van zijn eigen aandelen terugkopen. De investeringen, met name in marketing, zijn enorm (zo'n 13 % van de omzet) en worden deels gedekt door de kasstroom. De schuld, die 2 keer de ebitda vertegenwoordigt, is de hefboom die toelaat dat in de bijkomende behoeften van het bedrijf wordt voorzien. De rentelast is goed onder controle en weegt maar in beperkte mate op de resultatenrekening. Terloops zij eraan herinnerd dat schulden op de balans van een bedrijf niet noodzakelijk een negatief teken zijn en integendeel de groei kunnen versnellen. 

Twee belangrijke aandachtspunten evenwel zijn om te beginnen de blootstelling aan Rusland, dat nog altijd goed is voor 1,4 % van de omzet en 2 % van de nettowinst. Dat zijn hoge cijfers voor een marktspeler op het gebied van basisproducten die er nauwelijks in slaagt zijn inkomsten te verhogen. Na de inval in Oekraïne besloot de groep zijn activiteiten in het land te handhaven - het bedrijf heeft er vier fabrieken en activa ter waarde van ongeveer 900 mn. € - maar weigerde nieuwe investeringen te doen. Aangezien Unilever zich na het uitbreken van de oorlog niet heeft teruggetrokken, is het onwaarschijnlijk dat dit alsnog gebeurt. Het bedrijf kondigde echter aan dat het niet zou aarzelen om zich terug te trekken als de geopolitieke situatie zou verslechteren. 

Daarnaast profiteerde het bedrijf van het herstel van de consumptie na de pandemie, zoals we eerder al zagen. Het zal een hoge vergelijkingsbasis hebben voor toekomstige cijferrapportages en Unilever zal - wanneer de inflatie duurzaam daalt - manieren moeten vinden om te groeien op lange termijn. 

Tegen de huidige koers is Unilever minder duur dan zijn concurrenten (behalve Danone, de slechte leerling van de klas), met een k/w van minder dan 20 en een waardering van 2 keer de omzet. Het uitblijven van groei en de relatief lage marges van de groep - hoewel aan de beterhand - rechtvaardigen een dergelijke waardering. Het aandeel, dat in 20 jaar tijd nochtans met een factor vier in waarde steeg, wordt echter 23 % onder zijn historische hoogtepunten van midden 2019 verhandeld. Het bedrijf verwacht een omzetgroei van 3 % tot 5 % in 2023, voortbouwend op het sterke jaar 2022. Het dividend levert een comfortabel rendement op van meer dan 3 %. Hoewel wij geen wonderen verwachten van het aandeel Unilever is het bedrijf een goed aandeel om in de basis van de portefeuille aan te houden.