Het opgehaalde bedrag is aanzienlijk - 494,5 miljoen € - en de leenkosten zijn uitzonderlijk laag, slechts 2,875 %. De conversieoptie is van toepassing op een koers van 40 €, wat een aanzienlijke premie is ten opzichte van de huidige koers.

Op papier lijkt deze herfinanciering - die bijna een derde van de schuld van de videogame-uitgever dekt - vrij gunstig. Hoe kan de marktreactie dan anders worden verklaard dan door een duidelijk signaal van wantrouwen jegens de familie Guillemot, wiens rol al lang wordt betwist maar die zo de continuïteit van haar controle verzekert?

We herinneren ons dat Tencent een jaar geleden de familie steunde, ook al onder uitzonderlijk gunstige voorwaarden - een lening met zeer flexibele voorwaarden, geen vertegenwoordiging in de raad van bestuur, enz. - in ruil voor de mogelijkheid om haar belang in Ubisoft tot 10 % te verhogen.

Alles samen genomen duwen deze gebeurtenissen de mogelijkheid van een overname van de uitgever verder weg. Dat is allicht hetgene wat de markt betreurt: de markt ziet dat Ubisoft niet de nodige schaal heeft om zijn levensvatbaarheid te verzekeren. Misschien waardeerden analisten de groep ook boven zijn werkelijke vooruitzichten; de drempel van 40 € zou dus sommige verwachtingen kunnen hebben gedempt.

Net als zijn spellen zijn de boekhoudkundige winsten van Ubisoft virtueel. In werkelijkheid verbruiken de investeringen in de ontwikkeling van nieuwe titels meer dan de operationele kasstromen, vandaar de voortdurende toename van de schuld in het afgelopen decennium.

Nu Vivendi niet langer gebonden is aan zijn vijfjarige beding van niet-aankoop, zou het bedrijf weer in de race kunnen komen. In dit verband, en gezien de recente koersontwikkeling van het aandeel, kunnen we alleen maar bewondering opbrengen voor de briljante beursmanoeuvres van Vincent Bolloré vijf jaar geleden. Hij is er duidelijk een meester in.