Zijn jaarresultaten, gisteren gepubliceerd, weerspiegelen de sluimerende economische depressie in Duitsland. In vergelijking met 2022, zelf een jaar van uitzonderlijke stress na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne, daalden de orders met 16 % en de omzet met 9 %.

Thyssenkrupp boekte ook een boekhoudkundig verlies van 2 miljard €, direct gerelateerd aan de afschrijving van een gelijkwaardig bedrag aan activa binnen zijn staaldivisie. De geconsolideerde kasstroom is positief, maar komt voort uit een aanzienlijke vermindering van de voorraden - een teken van een afnemend activiteitenniveau.

De cyclus 2013-2023 die ten einde loopt, werd gekenmerkt door de chronische ondermaatse prestaties van de groep, waarvan de herstructurering langzaam verloopt. In 2019 slaagde het er echter in om zijn kroonjuweel, zijn liftdivisie, te verkopen aan een consortium van privé-investeerders voor het aanzienlijke bedrag van 17 miljard €.

Die prestatie verdient lof want de prijs was zo hoog dat zelfs het Finse Kone, hoewel de strategische koper bij uitstek, uiteindelijk besloot om af te zien van de overname. De transactie stelde Thyssenkrupp in staat om zijn financiële situatie, die destijds kritiek was, te herstellen. Die ziet er nu veel beter uit.

Eerder dit jaar bracht het conglomeraat Nucera zijn joint-venture met het Italiaanse De Nora, gespecialiseerd in de grootschalige productie van elektrolyseapparatuur die essentieel is voor de productie van waterstof, naar de beurs. Thyssenkrupp wil zich, zoals bekend, herpositioneren in de laagkoolstoftechnologieën.

De intentie is lovenswaardig - en zeker in lijn met de tijdsgeest - maar de winstvooruitzichten zijn nog onzeker. Bovendien hangt de levensvatbaarheid van een dergelijke strategie grotendeels af van een proactief beleid van de Duitse federale overheid; dit mag dus niet verzwakken.

De volgende stap is de verkoop van de scheepsbouw- en staalactiviteiten. In beide gevallen staat een verkoop op stapel. De eerste zal een koper vereisen die zijn goede bedoelingen kan aantonen, gezien de soevereiniteitsvereisten, maar deze ondervindt momenteel geen tegenstand van de regulator. Wat de tweede betreft, zal deze allicht waarschijnlijk op een rustiger basis plaatsvinden nu de grote afschrijving van activa achter de rug is.

Deze elementen kunnen de aandeelhouders - waaronder het activistische fonds Cevian - goede redenen geven om te hopen op een nieuw jaar vol ontwikkelingen. Dat blijkt alvast uit de sprong in de aandeelkoers na de bekendmaking van de resultaten.

Desalniettemin vertegenwoordigt de beurskapitalisatie van 4,4 miljard € nog steeds een aanzienlijke korting op de nettoactiefwaarde van Thyssenkrupp. Een som van de delen levert met gemak een bedrag tussen 6 en 8 miljard € op. Het blijft af te wachten of dit gerealiseerd kan worden: sommigen zouden zeggen dat de zaken niet snel genoeg vorderen en dat de delicate huidige conjunctuur het plaatje nog complexer maakt.