De aandelen van Signify daalden vrijdag met ongeveer 8% nadat 's werelds grootste fabrikant van lampen had gezegd dat zijn winstmarges dit jaar zouden dalen omdat de verstoring van de toeleveringsketen en wisselkoerseffecten op zijn inkomsten wogen.

De groep mikt nu op een marge op aangepaste winst voor rente, belastingen en amortisatie (EBITA) van 11,0-11,4% voor 2022 en een vrije kasstroom van 5-7% van de omzet.

Eerder voorspelde het bedrijf een margeverhoging tot 50 basispunten ten opzichte van de 11,6% van vorig jaar, met een vrije kasstroom van meer dan 8% van de omzet.

Signify verwacht terug te keren naar zijn eerdere cashflowdoelstelling zodra de doorlooptijden van leveranciers afnemen en het bedrijf niet langer hogere voorraden hoeft aan te houden.

"Als je kijkt naar supply chain in het algemeen en logistiek, denken we dat we de bodem hebben bereikt en dat het nu geleidelijk beter gaat", zei CEO Eric Rondolat in een gesprek met verslaggevers.

Hij zei dat het bedrijf sourcingproblemen had aangepakt met herontwerpen en nieuwe leveranciers, maar dat het aan de logistieke kant "nog niet uit de problemen was" en dat het enkele kwartalen nodig zou hebben om weer normaal te worden.

De aangepaste EBITA van Signify bedroeg 174 miljoen euro (177,7 miljoen dollar) in het tweede kwartaal, in lijn met vorig jaar maar onder de raming van analisten.

De EBITA-marge daalde van 10,9% naar 9,5%.

Het Eindhovense bedrijf zei dat het de stijging van de inputkosten had gecompenseerd door de prijzen te verhogen, maar dat het niet in staat was de stijgende energiekosten of wisselkoersschommelingen te compenseren.

"We komen nu in een andere fase van de economie, die langzamer zal verlopen en ons zou moeten helpen een deel van de kostenstijgingen terug te winnen", aldus Rondolat.

"Dus minder prijsstijgingen en meer kostenwinst in de toekomst."

Signify, de voormalige verlichtingstak van Philips, verkoopt vooral LED-lampen en verlichtingssystemen aan consumenten en bedrijven.

($1 = 0,9791 euro) (Verslaggeving door Valentine Baldassari en Elitsa Gadeva in Gdansk; bewerking door Milla Nissi en David Evans)