Australische aandelen daalden maandag voor de zevende achtereenvolgende sessie en markeerden daarmee hun langste verliesreeks sinds maart 2020, toen mijnbouwers tuimelden als gevolg van een sell-off in grondstoffen vanwege de afnemende vraag uit China en de toenemende vrees voor een wereldwijde recessie.

De S&P/ASX 200 index eindigde 0,64% lager op 6.433,4, waarbij de drie grootste mijnbouwers van het land ongeveer A$26,06 miljard ($18,18 miljard) aan marktwaarde verloren.

De aandelen van de drie mijnbouwreuzen - Rio Tinto, BHP en Fortescue - daalden tussen 5,1% en 8,6%. De mijnbouwindex daalde met 5,1% en bereikte daarmee het laagste punt sinds 13 december, na de daling van 7,4% vorige week.

Energieaandelen daalden met 5,2% en behoorden tot de grootste achterblijvers door de dalende olieprijzen, omdat de bezorgdheid over de vertragende wereldwijde economische groei en de vraag naar brandstof groter was dan de bezorgdheid over de krapper wordende voorraden.

De zwaargewichten Woodside Energy Group en Santos daalden respectievelijk bijna 5% en 6%.

Financiële instellingen klommen echter 0,55% en verbraken daarmee hun negen sessies durende verliesreeks, waarbij de zogenaamde "Big Four" banken stegen binnen een bandbreedte van 0,3% tot 1,2%.

Beleggers wachten nu op de notulen van de Reserve Bank of Australia van dinsdag voor eventuele aanwijzingen voor het rentebeleid, aldus Jeffrey Halley, senior marktanalist bij OANDA.

In het bedrijfsnieuws zijn fabrikanten van bouwmaterialen Brickworks en Boral bezig hun activiteiten terug te schroeven, hun prijzen te verhogen en te overwegen de productie naar het buitenland te verplaatsen om een piek in de elektriciteits- en gasrekeningen op te vangen. De aandelen van Brickworks sloten 0,2% hoger, terwijl die van Boral met 0,75% stegen.

In Nieuw-Zeeland sloot de benchmark S&P/NZX 50 index vrijwel vlak op 10.588,2. ($1 = 1,4337 Australische dollar) (Verslaggeving door Navya Mittal in Bengaluru; Bewerking door Subhranshu Sahu)