BHP en Rio Tinto hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten om de ontwikkeling van technologie te versnellen die de terugwinning van water uit residuen van mijnen aanzienlijk kan verhogen, en op zijn beurt de potentiële veiligheidsrisico's en de milieuvoetafdruk van opslagfaciliteiten voor residuen kan verminderen. Het eerste project omvat het testen van de toepassing van een innovatieve filterinstallatie met een groot volume in een kopermijn van BHP in Chili, die tot 80% van het water in de residustroom zou verwijderen voordat het in een opslagfaciliteit wordt gedeponeerd. Rio Tinto zal haar ervaring inbrengen die zij sinds 2005 heeft opgedaan met het implementeren van kleinschaligere residufilters voor bauxietresiduen bij aluminiumoxideraffinaderijen.

Beide organisaties zullen samenwerken met toonaangevende leveranciers van technologie en apparatuur, technische deskundigen, onderzoeksgroepen en de academische sector. De productie van de filtereenheid is al aan de gang. Begin 2023 moet de proefbouw beginnen en begin 2024 moet de exploitatie beginnen.

De pilot zal het potentieel van een grootschalige residufilterinstallatie testen op schaalbaarheid en kosteneffectiviteit voor wereldwijde mijnbouwactiviteiten. Door meer water uit residuen te verwijderen, worden potentiële risico's in verband met vocht in opslagfaciliteiten verminderd, wordt de voetafdruk van dergelijke faciliteiten kleiner en ontstaan mogelijkheden voor productief hergebruik van residuen, bijvoorbeeld als grondstof voor de glas-, bouw- of landbouwindustrie. Het extra water dat door filtratie uit residuen wordt teruggewonnen, kan worden hergebruikt in verwerkingsfaciliteiten, waardoor het totale waterverbruik daalt.

Residuen hebben meestal de vorm van een vloeibare slurry van fijne metaal- of mineraaldeeltjes en water die ontstaat wanneer gedolven erts wordt gebroken en fijngemalen in een maalproces om de metalen en mineralen van belang te kunnen winnen.