Anglo-Nederlandse fusies hebben in het verleden krachtige multinationals opgeleverd. Royal Dutch Shell, Unilever en Reckitt Benckiser zijn goede voorbeelden. Laatstgenoemde maakt een moeilijke periode door op de beurs. Dat is al een realiteit gedurende een tiental jaren, en nog meer de laatste vijf jaargangen, waarbij zelfs de dividenden niet volstonden om de prestatie van de FTSE100 te evenaren, die toch al niet de scherpste van de Europese indexen is sinds de Brexit.

Een wereldwijde hoofdrolspeler in consumentenproducten

Reckitt Benckiser is het resultaat van een fusie tussen een Brits bedrijf, Reckitt, en een Nederlands bedrijf, Benckiser, in 1999. Tenzij je op de maan woont, is het bijna onmogelijk om niet minstens één van de merken van de groep te kennen. Denk maar aan Air Wick als je van toiletten houdt die naar synthetisch parfum ruiken, Calgon voor de wasmachine, Cilit Bang en Harpic voor het schrobben, Nurofen tegen hoofdpijn, Woolite als je zachte truitjes wilt, of Durex als je zin hebt in... Inderdaad: allemaal bekende merken. Reckitt Benckiser realiseerde vorig jaar een omzet van 17,1 miljard euro (14,6 miljard pond), heeft 40.000 werknemers in dienst en pronkt al jaren met een operationele marge van meer dan 20 %. Die winstgevendheid is vrij hoog voor de sector: ze overtreft ruimschoots die van Unilever, is iets lager dan die van Colgate-Palmolive en staat gelijk met die van Procter & Gamble. Toch heeft deze marge de neiging te eroderen sinds de piek in 2016 en blijft Reckitt achter op de beurs vergeleken met zijn concurrenten.

Graph

Reckitt rijdt al vijf jaar achterin het peleton

Beloften, altijd maar beloften

Deze aanhoudende zwakte is het gevolg van een transformatieperiode die in 2016 werd ingezet en tot nu toe niet echt de beloften heeft waargemaakt. In werkelijkheid kan zelfs gezegd worden dat het geduld van beleggers zwaar op de proef wordt gesteld aangezien betere dagen al acht jaar in het vooruitzicht worden uitgesteld. Toch is het bereik geëvolueerd naar meer dynamische en meer winstgevende specialiteiten. Althans, dat zou het moeten zijn.

In 2016 genereerde Reckitt 33,5 % van zijn inkomsten met zijn gezondheidsdivisie (Nurofen, Gaviscon, Durex, Strepils, Scholl...). 18,5 % kwam van de huishouddivisie (Vanish, Calgon, Air Wick...) en 41 % van het segment hygiëne (Harpic, Finish, Veet, Dettol...). Het saldo (ongeveer 7 %) werd gegenereerd met een reeks andere producten, vooral voedingsmiddelen (voornamelijk Franse mosterd en ketchup), die ontglippen aan enige classificatie.

In 2017 brak de groep zijn spaarpot open om het Amerikaanse Mead Johnson over te nemen, voor een bedrag van 16,7 miljard dollar. De bedoeling was om voet tussen de deur te krijgen in de kindervoeding, een sector vol beloften maar waar veel gerenommeerde groepen hun tanden op hebben stukgebeten.

Vanaf 2018, na deze transactie, verdeelde de groep zijn operaties in twee takken, door de activa van zijn huishouddivisie te verdelen over de twee andere entiteiten. De gezondheidsdivisie nam toe in gewicht, steeg tot 62 % van de inkomsten, dankzij de bijdrage van de merken van Mead Johnson maar ook van Durex en Veet. Hygiëne daalde naar 38,4 %. Die organisatie overleefde evenwel maar twee jaar en Reckitt keerde vanaf 2020 terug naar een model met drie divisies: gezondheid, hygiëne en voeding.

In 2022 toonde de gezondheidsdivisie (42 % van de groepsinkomsten) de hoogste aangepaste operationele marge: 27,5 %. Voeding (17 % van de inkomsten) volgde met een marge van 23,1 %, voor hygiëne (41 % van de inkomsten) met 20,4 %. Marges die, zoals gezegd, vrij solide zijn voor de sector, zelfs als ze de laatste jaren de neiging hebben gehad te eroderen. Wat betreft de waardering, die is niet buitensporig te noemen: in de afgelopen tien jaar werd Reckitt Benckiser gewaardeerd tegen iets meer dan 20 keer de contante winst. Dat wil zeggen meer dan Unilever (minder winstgevend) en minder dan Procter en Colgate (minder schulden). Als we de analistenprognoses mogen geloven, wordt het bedrijf dit jaar gewaardeerd tegen minder dan 15 keer de verwachte winst, en rond 13 keer die van volgend jaar. Eerlijk: dat is laag!

Marques

Het merkenportfolio

Waar wringt dan het schoentje?

Reckitt Benckiser heeft de afgelopen jaren simpelweg nooit echt geleverd wat ervan werd verwacht. De groep heeft moeite gehad om de overnameprijs van Mead Johnson te rechtvaardigen, en vervolgens wisselden publicaties die hoop wekten af met teleurstellingen op de markt. Kortom, de prestaties zijn niet consistent. En als de zaken verbeteren, komt er altijd wel een kink in de kabel. De recent gepubliceerde resultaten van het vierde kwartaal van 2023 zijn daar een voorbeeld van. De goede groei van de hygiënedivisie werd tenietgedaan door onverwachte tegenvallers in de andere twee takken. Om de zaken erger te maken, moest de groep onthullen dat boekhoudkundige problemen twee markten in het Midden-Oosten hebben beïnvloed. Geen ernstige zaak voor de financiën maar wel slecht voor de reputatie. En om het af te maken zijn de vooruitzichten voor 2024 nogal terughoudend en zullen die vooral afhangen van het tweede halfjaar, wat analisten over het algemeen niet waarderen, omdat dit betekent dat de eerste helft van het jaar matig zal zijn en dat er hard gewerkt moet worden in de tweede helft, die verder weg en dus onzekerder is.

Desalniettemin is de val van afgelopen week het gevolg van een andere donkere wolk aan de horizon: een jury in Illinois veroordeelde dochteronderneming Mead Johnson tot het betalen van 60 miljoen dollar aan de moeder van een overleden premature baby die een darmziekte had opgelopen na gevoed te zijn met de zuigelingenvoeding Enfamil. Een zorgwekkend precedent voor het bedrijf, dat mogelijk met andere rechtszaken te maken kan krijgen. Er lopen inderdaad andere procedures in de Verenigde Staten op het gebied van zuigelingenvoeding. Reckitt gaf aan het begin van de week aan dat er veel klachten zijn ingediend tegen fabrikanten van zuigelingenvoeding in het algemeen, maar legde uit dat het op dit moment niet weet hoeveel daarvan betrekking hebben op zijn Enfamil.

Het aandeel daalde afgelopen vrijdag naar 4.190 GBX, het laagste niveau in meer dan tien jaar. Deze zwakte deed een oude marktmythe herleven: de opsplitsing van de groep. Verschillende kenners van het aandeel menen dat activisten, die de geur van bloed ruiken, of beter gezegd die van aanhoudende teleurstelling, de zwakte van de koers zouden kunnen aangrijpen om een positie in het kapitaal in te nemen en diepgaande veranderingen af te dwingen.

In deze rubriek "Met vallen en opstaan" bespreken wij bedrijven die een moeilijke periode doormaken op de beurs. Je weet maar nooit: wat valt, kan ook weer opstaan. De laatste artikelen uit deze rubriek: